‘Verandering vraagt wel wat empathie’: Transities In Praktijk met Gert Vandermosten, Stadslab2050
Hoe kan verandering zich voltrekken? Gert Vandermosten is de bezieler van Stadslab2050, een vrijzone in Antwerpen voor het experimenteren met de toekomst van de stad. Dit najaar is hij gastdocent bij de Masterclass Maatschappelijke Transities in Praktijk, waar hij zijn ervaringen en inzichten over nieuwe rollen voor transitie zal delen.
Van deeleconomie tot energiebesparing, van circulaire mode tot duurzame voeding: aan de hand van verschillende thema’s werkt Stadslab2050, een innovatie-labo van Stad Antwerpen, aan dieperliggende problemen rond duurzaamheid. Samen met bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheden en kennisinstellingen worden concrete projecten ontwikkeld, om te leren hoe verandering zich kan voltrekken.
‘De belangrijkste les voor mij is dat het niet de experimenten op zich zijn die tot verandering leiden, maar het proces en het verhaal daar rond,’ vertelt Gert. ‘Pilootprojecten of experimenten laten een mogelijke, wervende toekomst zien, laten zien waar we naartoe kunnen evolueren. De concrete verandering zit hem in vaak in minder tastbare zaken, structuren die veranderen, beleidsplannen van overheden en bedrijven die aangepast worden, en nieuwe culturen of andere KPI’s die ingezet worden – en op die manier verandering verankeren.’
Kiemen van een nieuw systeem
Het Stadslab2050-traject over circulaire kleding is een mooi voorbeeld, met de kledingbibliotheek en kledingproductie via 3D-printing als twee aansprekende experimenten die hierbij ontwikkeld zijn. ‘Dit kan je zien als kiemen van een nieuw productiesysteem,’ legt Gert uit. ‘Daar zijn we nog lang niet, maar het traject maakt dat actoren zich beginnen te heroriënteren op een nieuwe toekomst en nieuwe dingen beginnen te doen. Je ziet bijvoorbeeld dat de OVAM nu bezig is met circulaire mode, en circulariteit ook bij Flanders DC diep in de DNA van de organisatie is gekomen. Dit is geformaliseerd in de KPIs, maar ook in de toekomst die de organisatie ziet voor de mode-industrie en de nieuwe businessmodellen die ze promoot.’
Soortgelijke ontwikkelingen ontstonden in de wijk Sint-Andries, waar Stadslab2050 heeft gewerkt aan een klimaatrobuuste wijk. Ook hier zijn allemaal experimenten ontstaan: een innovatief groendak, meer groen in straten en pleinen, en meer algemeen een andere verhouding tussen burger en overheid. ‘Dat zijn allemaal geen systemische oplossingen, maar wel kiemen van wat een nieuw systeem zou kunnen zijn,’ zegt Gert. ‘De dynamiek van het stedelijke lab heeft er sterk aan bijgedragen dat klimaatadaptatie op de agenda is gekomen, ook bestuurlijk. Natuurlijk past dit ook in een wereldwijde trend. Wat je ziet is dat het tonen hoe de toekomst zich hier zou kunnen ontvouwen heel erg bijdraagt aan de betrokkenheid bij een thema. Oftewel: een pilootproject is niet een deus ex machina. Het gaat om die taal, de nieuwe regels, nieuwe waarden, nieuwe normen, die dankzij de experimenten beginnen te verweven in wat mensen aan het doen zijn. Deze beweging is wat de verandering drijft.’
Kaders voor complexiteit
De theorie van verandering van Stadslab2050 is gestoeld op transitie governance in combinatie met systemic design. Gert gebruikt deze inzichten als referentiekader en neemt ze op natuurlijke wijze in zijn werk mee. Het gaat er daarbij om de gelaagdheid van een vraagstuk te begrijpen en te spotten waar verandering mogelijk is. ‘Het maken van een systeemkaart of de X-curve-oefening over de transitiedynamiek helpt om interventies te ontwikkelen, en relevante mensen te betrekken. Zoals gezegd ligt onze focus op experimenteren. We maken dus bijna nooit een lange-termijn visie, al stellen we in onze trajecten natuurlijk wel vragen die helpen om de toekomst voor te stellen.’
Een kader als ‘verdiepen, verbreden, opschalen’ helpt mensen te begrijpen wat ze aan het doen zijn en op welke wijze hun initiatief relevant is voor transitie, legt Gert uit ‘Dat gaat niet alleen maar om dat een initiatief maar groter en groter moet worden! Er is een mooie publicatie van Nesta die dit ook beschrijft, het gaat erom dat het kernidee ervan opgepikt wordt, en dat de context verandert. Met dit soort kaders kunnen we het veranderingspotentieel van projecten beter inschatten en helpen om hun impact te vergroten.’
De manier waarop Stadslab2050 werkt aan verandering roept nog wel vragen op, merkt Gert, omdat politici, mede-ambtenaren en ook verantwoordelijken binnen bedrijven en andere organisaties de neiging hebben de zaken te oversimplificeren. Ze willen graag causaliteit zien: dit is het probleem, dan doen we dat, en dan is het opgelost. Zo werkt onze complexe maatschappij echter niet. Het transitiekader biedt handvatten om de complexiteit van de vraagstukken recht te doen, en vanuit inzicht in die complexiteit er praktisch mee aan de slag te gaan,’ legt Gert uit. ‘En hierin krijgen we collega’s van de stad ook mee – in ieder geval rond de experimenten, en sommige collega’s nog veel intensiever. We organiseren de Stadslab2050-trajecten steeds in samenwerking met andere afdelingen, naar gelang het thema.’
‘Wat ons Lab doet is bruggen bouwen, tussen vernieuwers onderling maar zeker ook tussen vernieuwers en mensen die meer in klassieke machtsposities zitten. Daadkracht, idealisme, innovatievermogen en besluitmacht komen zo samen. En we zijn niet alleen hè! In de heel de wereld wordt gewerkt met stedelijke labo’s of soortgelijke aanpakken. Ik zag laatst een overzicht met o.a. labs in Buenos Aires, Bogota, Chili, New York… Dichterbij huis zijn er ook mooie voorbeelden: in Nederland bijvoorbeeld Maastricht lab en de Veldacademie, en hier in België zijn inspirerende voorbeelden o.a. Leuven 2030, Lab van Troje, Gent en Garde, Kamp C en ook hier City of Things.’
Bijdragen aan daadwerkelijke verandering
In de Masterclass Maatschappelijk Transities in Praktijk hoopt Gert een discussie op gang te brengen over de rollen die deelnemers opnemen, hoe deze bijdragen aan werkelijke verandering, en hoe je verschillende rollen kan combineren. ‘Het gaat toch om het linken van de energie en goesting van onderuit aan grotere vraagstukken; en het maken van een beleidsmatige vertaling van wat je leert van allerlei vernieuwers. We weten bijvoorbeeld dat burgers sterk gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan met klimaatadapatie, maar dan in het bijzonder op publiek domein, niet op private domeinen. Daar kan je op inspelen in het maken van beleid, snappen waar je kan voortbouwen op die energie en waar gaten vallen.
Ik ben ook benieuwd naar de ochtend over macht in transitie, met Flor Avelino. Ik zie een labo als manier om verschillende machtsposities samen te brengen en in beweging te krijgen. Hoe we normaal discussies en processen inrichten is beperkend en leidt vaak tot vingerwijzen: het ligt aan ‘educatie’, ‘de politiek’, ‘de overheid’, ‘de burger’, ‘de bedrijven’…. Stadslab2050 helpt om die interactie anders op te zetten, het potentieel te laten zien van nieuwe verhalen, en pijnpunten van het oude verhaal te tonen. Dan krijg je een ietwat openzetten van bepaalde machtsstructuren – beperkt, laten we daar niet naïef in zijn. Maar in ieder geval belangrijk om dieper op in te gaan! Ook van mijn collega’s hoor ik terug dat de methoden uit de transitieaanpak eye-openers kunnen zijn. Als ik met een team zo’n X-curve oefening doe zijn er veel aha-erlebnissen, en krijg ik reacties als ‘nu snap ik beter wat ik aan het doen ben, hoe ik aan het bijdragen ben aan de grotere verandering.’ Leren uitzoomen en inzoomen dus, dat is zo belangrijk. Naast dit soort inzichten en praktische methoden zijn trouwens ook interpersoonlijke kwaliteiten nodig om veranderingen mee te sturen. Verandering vraagt wel wat empathie.’
Daarmee biedt de Masterclass ook een kans om meer aandacht te genereren voor transitie en systeemdenken in België, hoopt Gert. ‘Er is op weinig plekken aandacht voor hoe je moet omgaan met verandering, en wat maatschappelijke verandering nu eigenlijk is. We zijn zo gewend heel nauw, heel beperkt te kijken. Mensen leren niet zien wat momenteel al aan het veranderen is, waar systemen al meer of minder aan het kantelen. Het is zeer nuttig om signalen te leren spotten en te kunnen inschatten wat u eigenlijk ziet. Er is zoveel aan het bewegen, binnen instituties, bij sociale initiatieven, overheidsinitiatieven. Dan moet je je afvragen: Wat betekent dat in de verandering die ik voorsta? En wat ben ik zelf aan het doen, op welke hefboom ben ik aan het bijdragen? Ben ik echt op een nieuw pad bezig, of eerder iets aan het bestendigen? Ik denk dat deze Masterclass de deelnemers zal helpen uit te zoomen en anders naar hun realiteit te kijken.’
De tijd nemen om een uitdaging grondig te verkennen, durven experimenteren en durven loslaten: in de Masterclass Maatschappelijke Transities in Praktijk delen Gert en andere experts zoals Derk Loorbach (DRIFT), Dries Gysels (Meneer de Leeuw) en Nele Smets (Tweeperenboom) hun kennis en inzichten. Ben jij een ambitieuze vernieuwer, en ben je op zoek naar kennis en handvatten om buiten de gebaande paden bij te dragen aan werkelijke verandering? Schrijf je dan nu in!
Date
June 17, 2019
Follow us