Doorbraak in de energietransitie? Veranker energiegemeenschappen in wet- en regelgeving!
Beleidsmakers, ondersteun innovatie in de energietransitie en gebruik het herzien van de elektriciteits- en warmtewet om de rechten en plichten van energiegemeenschappen helder vast te leggen. Daarvoor pleiten DRIFT-onderzoekers Julia Wittmayer en Sem Oxenaar.
Steeds vaker produceren groepen burgers energie voor eigengebruik. Ze zijn prosumenten: consument én producent. Nederland is een Europese koploper op dit gebied. Het recht om energie te produceren voor eigengebruik, zowel individueel als collectief, is echter nog niet wettelijk vastgelegd. Het zou deze burgers meer zekerheid geven, en hun initiatieven meer kans van slagen, als dit wel gebeurt. Nieuwe Europese richtlijnen bieden hiervoor uitkomst. Zowel de elektriciteitswet als de warmtewet worden herzien, en dat biedt kansen om ook de positie van prosumenten vast te leggen en de richtlijnen om te zetten in de Nederlandse wet. Om ruimte te laten voor innovaties is het belangrijk hierbij uit te gaan van participatie, transparantie, het zorgen voor duidelijkheid en het bieden van ondersteuning.
Richting een Energie Unie
De Europese Unie werkt aan de verdere integratie en verduurzaming van de Europese energiemarkt onder het mom van de ‘Energie Unie’. (Als onderdeel van een groter beleidspakket, “Schone Energie voor alle Europeanen”, zijn er twee nieuwe Europese richtlijnen uitgebracht die de rechten en plichten van prosumenten vastleggen. De richtlijn hernieuwbare energie (REDII) uit 2018 en de richtlijn elektriciteitsmarkt (EGB) uit 2019.) De EU ziet een essentiële rol voor burgers in de totstandbrenging van deze Energie Unie. Actieve deelname van burgers kan zorgen voor draagvlak en helpen bij het balanceren van het net, bijvoorbeeld via flexibiliteitsdiensten. De EU ziet gemeenschapsenergie-initiatieven, erkend als “energiegemeenschap van burgers” of “hernieuwbare energiegemeenschap”, als een inclusief mechanisme om burgers en consumenten deel te laten hebben in het produceren, consumeren, en delen van energie. Door het vastleggen van deze juridische vormen, hopen ze te zorgen voor een eerlijke behandeling, gelijke mededingingsvoorwaarden, en goed omschreven rechten en plichten voor burgerinitiatieven.
De meeste onderdelen van de richtlijnen moeten omgezet zijn in nationale wetgeving vóór 30 juni 2021, en de aanbevelingen uit de elektriciteitsrichtlijn zelfs al in december 2020. Tegelijkertijd wordt er in Nederland gesleuteld aan de elektriciteitswet en de warmtewet. Zo is in 2019 de herziene warmtewet in werking getreden en werkt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat nu aan het verder vernieuwen van de warmtewet in het traject ‘warmte wet 2.0’. Samen bieden deze twee ontwikkelingen de mogelijkheid om lokale energie-initiatieven gericht op elektriciteit en/of warmte, te ondersteunen en een formele plek in het ‘systeem’ te geven. Dit kan zowel bestaande initiatieven ondersteunen als ruimte creëren voor weer nieuwe.
Het Rijksbeleid gericht op ‘van gas los’ in de gebouwde omgeving heeft al een flinke impuls gegeven aan het aantal lokale initiatieven van burgers én bedrijven gericht op de productie en consumptie van duurzame warmte. Deze initiatieven lopen voorop in de transitie naar een duurzaam warmtesysteem in Nederland en experimenteren met nieuwe, vaak collectieve, systemen. Om de transitie te versnellen, is het essentieel dat deze initiatieven meer zekerheid krijgen. Maar het omzetten van de door de EU gehanteerde definities is zo makkelijk nog niet.
Sinds de richtlijnen zijn gepubliceerd hebben zich al verscheidene partijen over de interpretatie en invulling hiervan gebogen. Niet alleen RESCOOP, de Europese federatie van energiecoöperaties die werken rond duurzame energie ziet kansen in de omzetting. Ook Energie Samen, de Nederlandse koepelorganisatie voor energiecoöperaties, werkt aan een discussiestuk om met beleidsmakers in gesprek te gaan over hoe de richtlijnen energiegemeenschappen in Nederland kunnen stimuleren. EnergieSamen zet in op het voortbouwen op wat werkt – dus geen nieuwe juridische entiteit maar criteria rond doel, deelname, controle/beslissingsbevoegdheid, en nabijheid waaraan voldaan moet worden, of men nu een BV, coöperatie of VVE is. Hiervoor stellen ze een basismodel ‘energiegemeenschappen’ voor dat een koepel vormt voor hernieuwbare energiegemeenschap, elektrische energiegemeenschap en warmte-energiegemeenschap.
In deze details van de omzetting schuilt dus de kans om invulling te geven aan het streven naar 50% lokale participatie, vastgelegd in het klimaatakkoord en zo lokaal zeggenschap en draagvlak te waarborgen.
Ruimte creëren voor innovatieve initiatieven
Om een doorbraak te realiseren, bestaande initiatieven te ondersteunen en ruimte te creëren voor nieuwe initiatieven, is het echter van belang dat er bij de omzetting rekening wordt gehouden met een aantal principes. Gebaseerd op een Europa-breed onderzoek naar prosumenten-collectieven adviseren collega-onderzoekers van het EU-gesubsidieerde PROSEU onderzoeksproject in het proces rekening te houden met participatie, transparantie, het zorgen voor duidelijkheid, en het bieden van ondersteuning.
Participatie: laat het omzettingsproces transparant verlopen – burgers en energiegemeenschappen moeten aan tafel kunnen zitten en meebeslissen bij het omzettingsproces. Dit garandeert een verscheidenheid aan perspectieven.
Transparantie: maak een analyse van de status quo in Nederland. Als basis voor het omzettingsproces is een beeld nodig van de kansen en barrières voor energie-collectieven in Nederland. Want alleen dan kan de omzetting bijdragen aan het slechten van deze barrières en het creëren van kansen. Kijk hierbij ook voorbij de landsgrenzen hoe dit vraagstuk daar wordt opgelost.
Duidelijkheid: definieer zowel de actoren (bijv. energiegemeenschap) als energieactiviteiten (bijv. het opwekken van energie) en de onderlinge relatie tussen de actoren helder. Definieer ook maar één type energiegemeenschap in plaats van het onderscheid van de EU tussen “energiegemeenschap van burgers” of “hernieuwbare energiegemeenschap” over te nemen. In het definiëren van de actoren en activiteiten is het belangrijk om het beslissingsrecht, oftewel de controle over de gemeenschappen, in de hand van burgers te houden en geen energieactiviteiten die op fossiele brandstoffen gebaseerd zijn toe te laten.
Ondersteuning: gebruik de omzetting om een stimulerend kader vorm te geven. Dit kan door het stellen van duidelijke definities, en doelen en paden voor de ontwikkeling van energiegemeenschappen; het opzetten van een ondersteuningsmechanisme speciaal voor energiegemeenschappen; voorkeur te geven aan energiegemeenschappen bij netwerktoegang; en eenvoudige administratieve procedures.
De omzetting van deze EU-richtlijnen en het herzien van Nederlandse wetgeving biedt kansen – beleidsmakers kunnen ruimte scheppen voor iedere Nederlander om een actieve rol te nemen in de energietransitie. Of dit nu is door zelf uit hernieuwbare bronnen energie op te wekken, door een energiegemeenschap op te richten of er lid van te worden, of door deelname aan de (lokale) politiek. Dit helpt niet alleen om uitstoot terug te dringen én het energiesysteem veerkrachtiger te maken, maar zorgt er bovenal voor dat we de energietransitie van iedereen maken.
Lees hier meer achtergrond over dit pleidooi (Engels)
Deze blog en het onderliggende advies zijn geschreven als onderdeel van PROSEU (PROSumers for the Energy Union: Mainstreaming active participation of citizens in the energy transition) project. PROSEU wordt gefinancierd via het EU-Horizon 2020 programma (call LCE-31-2016-2017; Grant Agreement 764056).
Date
juni 12, 2020
Volg ons