publicatie

Radicaal anders samenwerken aan transities

Datum 25 jul, 2023

Meer interessante
inzichten

bekijk alle publicaties

De ene crisis volgt de andere op in de komende tien jaar, en alle transities lopen vast. Dat voorspellen onderzoekers Jan Rotmans en Gijs Diercks van DRIFT in dit essay. Alleen een drastisch andere aanpak van de hoofpijndossiers kan het tij nog keren.

We leven in een tijd van chaos, gekenmerkt door semipermanente crises, niet alleen wereldwijd, maar ook in Europa en in Nederland. Uitgerekend Nederland, dat ooit zo goed georganiseerd leek, loopt op veel terreinen vast: stikstof, natuur, bouw, Schiphol, energie, klimaat, mobiliteit, zorg. De dieperliggende oorzaken hiervoor hebben te maken met inadequate governance, gebrek aan leiderschap en doorzettingsmacht, maar vooral het eeuwige polderen. Polderen heeft ons veel goeds gebracht, maar het helpt niet om hardnekkige problemen te adresseren. Die vragen om radicale oplossingen. Want pseudo-oplossingen worden in no-time onderdeel van het probleem. Veel dossiers zijn decennialang blijven liggen om de transitiepijn zo lang mogelijk uit te stellen. We zien dit op alle transitiethema’s waar Amsterdam Economic Board zich voor inzet, zoals energie, circulariteit en mobiliteit.

Energiecrisis door naïef geloof in business as usual

De huidige energiecrisis is een wake-up call voor onze gasafhankelijkheid van Rusland. Te lang zijn we in slaap gesust door onze eigen aardgasvoorraden. Als die op zouden raken, wilden we zelfs een gasrotonde creëren om een spil in de Europese gashandel te worden. Rusland zou daarin de primaire gasleverancier worden, een betrouwbare partner, want: ‘Rusland levert altijd’. Hoe naïef Nederland was, blijkt nu. Halsoverkop moesten we (voor de hoofdprijs) op zoek naar alternatieven, zoals vloeibaar aardgas. We worden nu zelfs gedwongen om kolencentrales langer en vaker te laten draaien. Dit illustreert de stagnerende opbouw en afbraak van het Nederlandse energiesysteem. We zijn veel te laat begonnen met de opbouw van hernieuwbare energie, zoals zon en wind. Hadden we dat eerder gedaan dan waren we nu niet in de problemen gekomen. Ook de afbraak van fossiele energie stagneerde: we hadden veel eerder en meer moeten inzetten op energiebesparing, zowel in de industrie als bij huishoudens. Te laat hebben wij onze gasafhankelijkheid erkend, en daarmee: hoe belangrijk de geopolitieke dimensie van de energietransitie is.

Grondstoffentransitie in kinderschoenen

En dit is nog maar het begin. De echte transitie – de grondstoffentransitie – komt nog. Grondstoffen zijn voorwaardelijk voor de energietransitie. Als wij grootschalig willen overschakelen op zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s hebben we heel veel kritieke metalen nodig, zoals lithium, silicium, scandium, neodymium, dysprosium, gadolinium en lanthanum. China bezit meer dan de helft van de voorraden van deze metalen en beheerst 95% van de wereldproductie. Naar verwachting neemt de vraag naar deze kritieke metalen de komende jaren explosief toe. En daarmee ook de prijs. Een prijsstijging van 1.000% het komende decennium is heel goed denkbaar.

We verspillen nu ca. 93% van onze grondstoffen en in de continue winning van nieuwe grondstoffen vernietigen we heel veel natuurlijk kapitaal. Binnen afzienbare tijd wordt dat te kostbaar gegeven de stijgende prijzen. Zeker in het licht van de dreigende ‘duurzame afvalberg’, doordat de eerste generatie zonnepanelen, windmolens en accu’s wordt vervangen door efficiëntere. Alleen al in Nederland gaat het in 2024 al om 80 miljoen zonnepanelen, die slechts beperkt geschikt zijn voor vervanging of recycling. Een enorme kapitaalvernietiging, die ons dwingt sneller over te schakelen naar een circulaire economie. Die transitie loopt nog zo’n 15 jaar achter bij de energietransitie. Voor die circulaire transitie is de opbouw en afbraak van systemen nog maar nauwelijks begonnen. Behoorlijk wat wetten en regels staan de circulaire transitie in de weg. Zoals de afvalstoffenwet, die bedrijven verbiedt afval te hergebruiken. Ook de lineaire financiering, die bijvoorbeeld vooral gericht is op aanleg maar onvoldoende oog heeft voor onderhoud én end-of-life, is een belangrijke belemmering voor de circulaire transitie. Deze moet nodig worden vervangen door circulaire financiering die wel oog heeft bredere circulaire metrics en ook de risico’s van lineaire financiering beter meeneemt in financieringsbeslissingen.

De circulaire transitie is een ingrijpende verandering die anders denken, ontwerpen, organiseren, financieren en beheren omvat. De hele grondstoffenketen gaat op de schop en de regio’s vormen de basis van een nieuwe, circulaire economie. Volledige autonomie is onhaalbaar, maar zoveel mogelijk is een nuttig streven. Hier heeft de Metropool Amsterdam een belangrijke rol te spelen, aangezien een bovenlokale schaal waar stad en ommeland verbonden worden van groot belang is om voldoende energie, grondstoffen, voedsel, kennis en expertise te laten circuleren. Mobiliteit: alle pijlen gericht op overshoot collapse

Een mobiliteitscrisis is er nog niet in Nederland, maar dat is een kwestie van tijd. Op de snelwegen is het alweer minstens zo druk als voor corona. Als we zo doorgaan, staat Nederland over 10 jaar volledig vast in één grote file. Weliswaar een schonere, stillere file, vanwege het grote aandeel elektrische auto’s. Het ontbreekt aan een integraal mobiliteitsbeleid, met optimale afstemming tussen verschillende transportmogelijkheden. De Randstad ontwikkelt zich richting één grote Metropool en elke Metropool drijft qua mobiliteit op het openbaar vervoer: metro, bus, tram en trein, aangevuld met auto’s. Behalve in de Randstad Metropool, waar de auto nog centraal staat. Binnen steden als Amsterdam, Utrecht en Rotterdam is een kentering zichtbaar richting autoluw. Met beleid, gericht op autodelen, voorrang voor fietsen en elektrisch en slimme mobiliteit. Toch neemt voorlopig het aantal auto’s alleen maar toe.

Landelijk gebeurt het omgekeerde van wat nodig is, door een afbraak van het openbaar vervoersysteem via allerlei bezuinigingen. Wat we zouden moeten versterken, breken we af (OV) en wat we zouden moeten afbouwen (automobiliteit), versterken we door steeds meer wegen aan te leggen. Het kan niet anders of dit leidt in transitietermen tot een overshoot collapse, waarbij het systeem binnen afzienbare tijd volledig vastloopt. Voor de Metropool Amsterdam is multimodale mobiliteit – dat we beschikken over een keuze aan vervoersmogelijkheden – van cruciaal belang. We weten wat hiervoor nodig is, zoals eerlijke beprijzing van automobiliteit via rekeningrijden. Maar al decennialang wordt dit door de landelijke overheid getraineerd. Ook nu weer wordt dit doorgeschoven naar 2030. Amsterdam loopt voorop in de afbraak van automobiliteit, door de invoering van strikte milieuzones en het weghalen van steeds meer parkeervakken. Maar dat geldt zeker niet voor de Amsterdamse regio, waar het nog zoeken is naar een duidelijke visie en strategie voor mobiliteit.

Andere manieren van samenwerken

De thema’s die spelen binnen energie, circulaire economie en mobiliteit wijzen maar één kant uit: de komende tien jaar worden gekenmerkt door crises. Op alle denkbare transitiethema’s gaan we vastlopen, ook in de Metropool Amsterdam. Dat vraagt een radicaal andere werkwijze en aanpak. Niet meer polderen en compromissen sluiten, maar vanuit een gezaghebbend platform draagvlak creëren voor een radicale veranderagenda op al deze dossiers.

Er zijn drie belangrijke randvoorwaarden voor deze samenwerking.

Een gemeenschappelijk toekomstbeeld
Om succesvol aan transitie te werken, moet de Metropool Amsterdam vanuit een gemeenschappelijk toekomstbeeld gaan werken aan een gewenste transitie: fundamentele verandering in denken, organiseren en doen richting een duurzame en rechtvaardige toekomst. De inzet moet verder gaan dan samenwerken op innovatie en naast opbouw hoort ook afbraak op de agenda. Waar blijven de coalities die autoluw de norm maken, niet alleen voor de binnensteden, maar voor de gehele metropool? Welk pact kunnen we smeden om te stoppen met lineaire bouwpraktijken? Hoe krijgen en houden we energiebesparing minder vrijblijvend op de agenda

Nieuwe, verrassende transitiecoalities
Werken aan afbraak vraagt om andere type samenwerking. Voorbij de op innovatie gerichte triple helix, maar gericht op nieuwe verrassende transitiecoalities. Gedurfde afbraakprojecten vragen om ongewone coalities, waarin bedrijven en overheden zich verbinden aan de radicale ambities van maatschappelijke organisaties om samen op te trekken en het systeem te doen kantelen. Denk aan de protestbeweging in de jaren ’70 die de dominantie van de auto succesvol wisten te agenderen, wat is omgezet naar beleid dat de Amsterdamse binnenstad weer leefbaar heeft gemaakt. De schaal van de Metropool Amsterdam – tussen gemeenten en Rijk en over provinciegrenzen heen – leent zich uitstekend om dit soort ongewone coalities te smeden.

Leiders met lef en daadkracht
Ten slotte is behoefte aan een ander type persoon. Geen innovatiemanagers of opportune netwerkers, maar een diversiteit aan transitierollen: koplopers, kantelaars, verbinders en slopers. Mensen die een gevoel van urgentie en persoonlijke drive koppelen aan daadkracht en lef, moed en leiderschap. Werken aan transitie kan dus op verschillende manieren. Wel is het van belang dat zij elkaar helpen en versterken. Amsterdam Economic Board kan daarbij een belangrijke rol vervullen. Organisaties zullen, naast het omarmen van de hierboven geschetste visie, zich ook moeten inzetten om de juiste mensen af te vaardigen naar de Board. Deze mensen moeten voldoende vertrouwen, steun en organisatorisch mandaat meekrijgen om lastige projecten tot een succes te maken.

De vraag is of deze eigenschappen momenteel voldoende aanwezig zijn. Van oudsher is de Board een afspiegeling van het bestaande systeem, maar we zien hoe Amsterdam Economic Board bezig is zich te herpositioneren richting een agendasettende rol in de nieuwe economie. Ook de thema’s en de manier van samenwerken verandert. Als positief voorbeeld benoemen we de noodkreet van Alliander, die het thema netcongestie al vroegtijdig bij de Board op tafel heeft gelegd. Met een duidelijke oproep: het net loopt vast, en alleen kunnen we dit niet oplossen. Dit was geen oproep tot een polderoplossing maar een hulpvraag vanuit kwetsbaarheid en het vertrouwen dat de Board de belangrijke tussenruimte kan vormen om dit probleem samen, snel en goed op te pakken.

Vooralsnog is de netcongestie nog niet opgelost, en zal Amsterdam Economic Board en haar netwerk nog moeten bewijzen of zij de cruciale rol kunnen spelen om ons door een decennia van crises heen te loodsen. Zoals we in dit en eerdere essays hebben betoogd vergt dit een flinke verandering in zowel de structuur, cultuur en werkwijze van Amsterdam Economic Board en haar partners. We wensen jullie hier alle succes bij, want er staat veel op het spel.

Benieuwd hoe Maarten Otto (Boardlid en CEO van Alliander) reageert op dit essay? Ga da naar
amsterdameconomicboard.com