Werkdocument

Op zoek naar doorbraken in de stadslogistiek

Rotterdam wil vanaf 2025 alleen nog emissievrije logistiek in de stad toe laten, een ambitie die is vastgelegd in de ‘Green Deal Zero Emission Stadslogistiek’. DRIFT onderzocht op waar doorbraakkansen liggen, op basis van een tiental interviews met actoren binnen en buiten de sector en een literatuurscan.

Door het gefragmenteerde karakter van vervoersstromen is het lastig grip te krijgen op de stadslogistiek. Niemand lijkt echt verantwoordelijk te zijn en individuele spelers hebben het gevoel dat ze maar weinig invloed kunnen uiutoefenen op het geheel. Logistieke partijen zijn sterk gericht op het optimaliseren van deelbelangen. Bovendien moeten ze voldoen aan de hoge verwachting van de winkelier en consument, die zelf weinig bewust zijn van het effect van hun consumptiepatronen op transport en leefomgeving. De sector is conservatief en technologische doorbraken worden tegengehouden door het klassieke kip-ei dilemma van beperkt vraag versus beperkt aanbod. De gemakkelijke bereikbaarheid in Rotterdam is gunsig voor de huidige status-quo, vanuit logistieke optiek is er weinig noodzaak voor verandering.

Kortom, de zaken die een transitie naar emissievrije stadslogistiek in de weg staan zijn niet alleen technologisch van aard, maar hebben ook betrekking op gevestigde praktijken, samenwerkingsculturen en economische modellen.

Noodzakelijke verandering
Dat verandering noodzakelijk is, blijkt vooral uit de druk van buitenaf. Vooral vanuit gezondheids- en milieuoverwegingen is verandering in de stadslogistiek noodzakelijk. De stadslogistiek heeft mondiaal een impact op klimaat door de uitstoot van CO2 en lokaal een groot effect door de emissies van stikstofoxide en fijnstof.

Andere drijfveren voor verandering zijn de schaarste aan fossiele brandstoffen en de ruimtelijke druk door verdere verstedelijking in de (nabije) toekomst. In combinatie met ontwikkelingen op het gebied van ICT en veranderende consumptiepatronen dwingt dit tot de structurele reorganisatie van transport.

Er zijn enkele tekenen dat het huidige normaal niet meer geaccepteerd wordt – zoals de ’s Gravendijkwal – en er zijn voorbeelden van beweging in de sector waarbij in de praktijk wordt aangetoond dat het anders kán. Dit blijft echter sporadisch en incidenteel. Het gebrek aan vooruitgang blijkt terug te brengen tot één centrale factor: de urgentie die het thema heeft voor de stad als geheel is niet voelbaar in de afwegingen die de stadslogistiek bepalen.

Doorbraakkansen
De houding van regimeactoren in combinatie met het gebrek aan investeringscapaciteit en strategische capaciteit creëert een situatie waarin partijen afwachtend naar elkaar kijken. Een transitie naar een emissievrije stadslogistiek draait niet alleen door technologische substitutie, maar ook om de omslag van optimalisatie van het eigen deelbelang naar gezamenlijk profijt.

Deze verandering begint bij het stapsgewijs aanscherpen van de milieuzone vanuit het principe ‘de vervuiler betaalt’, in combinatie met het bevorderen van collectieve principes. Vanuit een heldere afspraak over emissievrije stadslogistiek in 2025 (of 2023) als basis kunnen andere kansen gepakt worden, om op deelgebieden de ambitie als eerder te behalen, bedrijven te helpen in deze overgang, en tegelijkertijd steun voor deze maatregel te verbreden.

De focus kan liggen op de binnenstad, mits er wordt gezocht naar een sterke spill-over naar de rest van de stad.

Kansen zijn: de gemeente duwt de markt, ketensamenwerkingen en doorbraken zoeken voor specifieke (grote) stromen, samenwerkingen van vragers aanzwengelen (specifiek gebied, semi-overheidsorganisaties en grote bedrijven), financiële regelingen voor early adopters en samenwerking met andere steden.

Auteurs
Karlijn Schipper en Chris Roorda

Titel
Op zoek naar doorbraken in de stadslogistiek. Verkenning van doorbraakkansen naar een emissievrije stadslogistiek in de binnenstad van Rotterdam.

Meer lezen
Download hier het volledige werkdocument.


Date
juni 4, 2018