Kiezen in tijden van politieke twijfel

Wetenschappelijk onderzoek vereist een grondhouding van systematisch twijfelen en bevragen, maar twijfel kan ook doorslaan. Dat punt hebben we binnen de linkse, progressieve politiek bereikt, meent DRIFT’s Flor Avelino. Toch blijft ook de zekerheid over onderliggende waarden als autonomie, solidariteit en verbondenheid en het geloof dat we deze alleen als collectief kunnen bereiken. Daarvoor moeten we ons echter wél uitspreken.

“Mijn mening mag je hebben, het is mijn minst dierbare bezit”. Een uitspraak van Johan Fretz aká Toriman tijdens zijn optreden bij Theater na de Dam op 4 mei. Het confronteerde mij met m’n eigen mening en hoezeer ik daar aan hecht. Als ik mijn mening los laat, wat blijft er dan nog over?

Als wetenschapper ben ik gewend om structureel in een staat van twijfel en verwarring te verkeren. Er bestaat veel meningsverschil tussen wetenschappers, maar over één ding zijn we het eens: wetenschappelijk onderzoek vereist een grondhouding van systematisch twijfelen en bevragen. Ik omarm die twijfel, in de wetenschap en in het leven in het algemeen. Twijfel is, filosofisch, spiritueel én emotioneel, een onovertrefbaar middel om te blijven leren en niet door te slaan in een bepaalde richting.

Doorgeslagen twijfel
Maar ook de twijfel kan doorslaan. Dat punt van doorgeslagen twijfel hebben we binnen de linkse, progressieve politiek bereikt. Het zijn ook twijfelachtige tijden. Brexit, IS, Trump, Kim Jong-un, Bolsenaro, Salvini, Orban, Le Pen, Wilders en Baudet: als politieke berichtgeving enger en absurder begint te worden dan een thrillerserie, dan weet je dat er ontwrichtende dingen gaande zijn. In de wereld van televisieseries is er een recente trend waarbij er geen zwart-wit onderscheid meer wordt gemaakt tussen goed en kwaad, in tegenstelling tot de algemene norm in Hollywoodvermaak. Het schijnt dat die morele verwarring een van de dingen is die deze series zo verslavend maken. Omdat je brein hunkert naar een ontknoping waarbij het onderscheid tussen goed en kwaad toch weer hersteld wordt, wordt de drang om een volgende aflevering te kijken nog groter. Bij series is deze morele verwarring vermakelijk en verslavend, omdat het op afstand staat van ons leven. Maar als het plaats vindt in de wereld waar wij zelf in leven, en de spanning jaar na jaar toe neemt, dan is het niet leuk meer en wordt het gewoon beangstigend.

‘Enerzijds is dat fijn, want natuurlijk moeten we kritisch zijn, elkaar bevragen en blijven streven naar verbetering. Maar als je elkaar spreekwoordelijk de hersens inslaat in een wedstrijd om wie het meest solidair is, ontstaan er toch enigszins ironische taferelen.’

Misschien komt het door die angst dat er in de linkse politieke arena zo obsessief wordt gezocht naar een zwart-wit onderscheid tussen goed en kwaad, en dat er bij alles wordt getwijfeld of het wel écht ‘goed’ is. Enerzijds is dat fijn, want natuurlijk moeten we kritisch zijn, elkaar bevragen en blijven streven naar verbetering. Het kan en moet altijd beter: inclusiever, eerlijker, radicaler, realistischer, groener en vooral consistenter. Maar als je elkaar spreekwoordelijk de hersens inslaat in een wedstrijd om wie het meest solidair is, ontstaan er toch enigszins ironische taferelen. Met verbijstering heb ik de afgelopen maanden toegezien hoe linkse activisten, intellectuelen en sympathisanten elkaar het leven zuur maken en een grote mate van verdeeldheid en twijfel zaaien over elkaars intenties en vermeende hypocrisie.

Het verbaast me dan ook niks dat veel kiezers met progressieve waardes niet alleen twijfelen over wat ze moeten stemmen in de aankomende verkiezingen, maar zelfs twijfelen aan het nut van de parlementaire democratie. Die golf van ongeloof en cynisme over de democratie baart mij nog grotere zorgen dan de (terug)komst van extreemrechts. Hoe beangstigend extreemrechts ook is, als we allemaal in de democratie geloven en er voor blijven vechten, dan is er hoop dat die gure nare wind overwaait en we samen de storm kunnen overleven.

Zoektocht naar een nieuwe solidariteit
Zo’n storm overleven lukt alleen als we de storm onze vijand maken, en niet de mensen die er door worden meegesleept. Door te begrijpen waarom mensen worden meegesleept. Volgens de zelf-beschikkingstheorie heeft elk mens drie fundamentele psychologische behoeftes: autonomie, competentie en verbondenheid. Het is dus ook begrijpelijk dat mensen er behoefte aan hebben om ‘baas in eigen land te zijn’. In de zin van zelf kunnen beschikken en meebeslissen over hoe onze leefomgeving er uit ziet, hoe ons geld besteed wordt, en in welke context onze kinderen opgroeien. Ik voel ook bezorgdheid en een flinke dosis wantrouwen over mondiale bedrijfsbelangen, internationale verdragen en multinationaal winstbejag die ten koste gaan van mens, dier en leefomgeving. Ik denk dat iedereen verlangt naar zelfbeschikking en sociale verbinding, en dat we allemaal op onze eigen manier zoeken naar de balans tussen autonomie en verbondenheid. Maar wat ik nog beter begrijp zijn de mensen die deze nadruk op ‘ons’ ‘eigen’ land beangstigend vinden. Want wie is dan die ‘wij’? En vooral: wie worden er uitgesloten?

Ik heb zelf nooit veel opgehad met nationalisme. Geboren in Portugal en opgegroeid in Nederland, heb ik me altijd in de eerste plaats ‘Europeaan’ gevoeld. Dikwijls ageerde ik tegen de natiestaat als een modern construct dat ooit nuttig was voor het ontwikkelen van burgerschap en grondwetten, maar verder vooral heeft bijgedragen aan (wereld)oorlogen in de 20e eeuw en de afstand tussen mensen en politiek vergroot. Inmiddels ben ik beter gaan inzien hoe nationale identiteit voor veel mensen een belangrijke manier is om hun behoefte aan autonomie en verbondenheid te vervullen.

‘Toch blijf ik overtuigd dat er solidariteit bestaat die nationale grenzen overstijgt. Dat de toekomst ligt in translokale netwerken en gemeenschappen die lokaal geworteld maar ook regionaal en mondiaal verbonden zijn.’

Nationale identiteit sluit mensen uit, maar het is ook dat wat een rijke economiestudent zich solidair kan laten voelen met een werkloze laagopgeleide Nederlander aan de andere kant van het land, ook al hebben ze weinig anders met elkaar gemeen dan die nationale identiteit. Toch blijf ik overtuigd dat er solidariteit bestaat die nationale grenzen overstijgt. Dat de toekomst ligt in translokale netwerken en gemeenschappen die lokaal geworteld maar ook regionaal en mondiaal verbonden zijn. Maar het gaat wel tijd en moeite kosten, om iedereen te laten ervaren dat andere vormen van identiteit en solidariteit niet alleen mogelijk zijn maar ook ‘beter’ in de zin dat ze meer autonomie en verbondenheid kunnen bieden aan meer mensen.

Partijpolitiek als noodzaak
Deze uitdaging brengt ook een politieke behoefte met zich mee. Als politicoloog heb ik jarenlang geroepen dat ‘politiek’ veel meer is dan partijpolitiek. We maken constant politieke keuzes, met de spullen die we kopen, het geld dat we doneren, de scholen waar we onze kinderen naar toesturen, de meningen die we uiten. Om de samenleving te verbeteren hebben we al die acties nodig: ‘de verandering’ gaat echt niet alleen vanuit de overheid komen, daar zal je ook bedrijven, burgers, activisten, wetenschappers, docenten, kunstenaars, journalisten en nog veel meer mensen voor nodig hebben. Dus nee, de partijpolitiek gaat de wereld niet veranderen. Maar de partijpolitiek is wel óók nodig voor verandering.

Het feit dat partijpolitiek onvoldoende voorwaarde is, wil nog niet zeggen dat het geen noodzakelijke voorwaarde is en blijft. Het is mooi dat we met 40.000 mensen de straat op gaan om te demonstreren tegen de klimaatcrisis, maar deze verontwaardiging moet zich óók vertalen in een publieke sector die wil luisteren en zich hard maakt voor duurzaamheid. Dat laatste kan alleen als we politieke partijen ondersteunen die dat mogelijk maken, op lokaal, provinciaal, nationaal én Europees niveau. Met ‘ondersteunen’ bedoel ik meer dan alleen stemmen. Het gaat ook om steun betuigen door kleur te bekennen, door ons uit te spreken, door geld en tijd te doneren, door lid te worden.

Ik ben jarenlang een ‘zwevende’ kiezer geweest. Elke keer weer die twijfel, elke keer weer de afweging van deze of gene nuance, dilemma of prioriteit. De ochtend na de Brexit-uitslag besloot ik resoluut om lid te worden van GroenLinks. Ik wilde steun betuigen aan een politiek collectief dat uitgesproken pró-Europa was maar wel expliciet kritisch op het huidige economische systeem, en gericht op verandering, duurzaamheid en solidariteit. Een beter alternatief dan GroenLinks heb ik in Nederlands nog niet kunnen vinden. Niet dat ik ben gestopt met twijfelen. Er zijn nog altijd dingen bij GroenLinks die me soms ongemakkelijk maken. Het groene dat soms lijkt te overheersen, letterlijk en figuurlijk. Het blije optimisme, waarbij ik soms verlang naar een radicaler kritisch geluid (zoals bijv. nadrukkelijker te vinden bij de Diem25 beweging, waar ik ook lid van ben).

‘Met ‘ondersteunen’ bedoel ik meer dan alleen stemmen. Het gaat ook om steun betuigen door kleur te bekennen, door ons uit te spreken, door geld en tijd te doneren, door lid te worden.’

Deels zijn dit imagokwesties, want als je het partijprogramma en het stemgedrag van Kamerleden en raadsleden met enige aandacht bekijkt en beluistert, dan zit het wat mij betreft meestal wel goed. En ook als het ’n keer niet goed zit, omdat er een meningsverschil is tussen partijleden, omdat het ene Kamerlid het andere niet is, omdat er iets wordt gekozen of gezegd dat niet overeen komt met mijn mening, ook dan is dat niet meteen een reden om mijn lidmaatschap op te zeggen. We krijgen politiek niks gedaan als iedereen afhaakt zodra een hoopvol collectief niet de perfecte weergave is van onze eigen caleidoscoop aan meningen.

Ik begon deze blog met de vraag: als ik mijn mening los laat, wat blijft er dan nog over? Wat er over blijft is twijfel, maar ook zekerheid over een aantal onderliggende waardes en het geloof dat we deze alleen als collectief kunnen bereiken. Juist in tijden van twijfel is het belangrijk om ons collectief uit te spreken voor die onderliggende waardes van autonomie, solidariteit en verbondenheid.

Ga stemmen in de aanstaande Europese verkiezingen #EP2019. En in alle verkiezingen daarna. Maar even zo belangrijk: #spreekjeuit en #sluitjeaan.


Date
mei 20, 2019