Dit transitiemoment schreeuwt om inzicht én actie
Terwijl op prinsjesdag de Nederlandse regering de effecten van de energiecrisis probeerde te minimaliseren, en op de achtergrond hele streken nog steeds blauw-wit-rood kleuren, hoort Derk Loorbach een geluid nog te weinig: dit is een transitiemoment.
Maatschappelijk, wetenschappelijk en voor mij ook professioneel komen er allerlei zaken samen. Het transitieonderzoek is relevanter dan ooit: we staan voor uitdagingen waar niemand een antwoord op lijkt te hebben, dus we zullen ons als samenleving midden in een stapeling van crises opnieuw moeten uitvinden. In deze periode ga ik jullie deelgenoot maken van ons transitieonderzoek en hopelijk met jullie radicale transities zichtbaar maken.
Een verwachte verrassing
Al ruim twintig jaar houden transitieonderzoekers zich bezig met de vraag hoe we als samenleving het proces van onvermijdelijke en fundamentele verandering zullen gaan doormaken. We komen nu terecht in dat waarvoor we vreesden: toenemende chaos en crises in combinatie met maatschappelijke polarisatie zonder een duidelijk en maatschappelijk gedeeld idee van (nieuwe) vooruitgang.
De kans op economische en ecologische ineenstorting neemt alleen maar toe, terwijl we ondertussen weinig anders lijken te kunnen dan achteruit onderhandelen, vasthouden, crisis managen en hopen dat het overwaait. Het is frustrerend: we zagen dit aankomen maar de strategieën die we bedachten om transities minder heftig te maken en de goede kant op te sturen hebben te weinig effect gehad.
Transitiemanagement in de aanslag
Nou is het idee nooit geweest dat we transities echt kunnen sturen: de oorspronkelijke gedachte was dat als we de dynamiek van transities kennen, dan moet het mogelijk zijn met slimme interventies de snelheid en richting te beïnvloeden.
Dat ‘transitiemanagement’ ontstond als idee in 2000 en werd mij in de schoot geworpen. Ik mocht in 2001 als eerste full time aan de slag om het idee wetenschappelijk uit te werken en te vertalen naar iets praktisch. Mijn achtergrond (cultuur- en wetenschapsstudies aan de Universiteit Maastricht) was interdisciplinair en ‘probleemgestuurd’.
Deze onderwijsfilosofie gaat uit van het met elkaar, in co-creatie, analyseren en duiden van problemen om met elkaar oplossingsrichtingen te vinden. Het verlaat het idee van een waarheid om ruimte te maken voor interpretatie, meerdere perspectieven en soorten kennis.
Leren door doen en doen door leren
In de wetenschap heet het transdisciplinariteit: het doen van onderzoek in en met de praktijk waarbij verschillende vormen van kennis (academisch én praktisch) samengebracht worden om tot nieuw inzicht te komen. Een ander belangrijk onderdeel van mijn opleiding was het inzicht in de rol van sociale processen in het inbedden van technologie in de samenleving (‘the social constrcution of technology’) en het definiëren van wat we in een samenleving normaal vinden (het ‘scoiaal-constructivisme’).
Vanuit die achtergrond zijn we transitiemanagement gaan ontwikkelen als transformatieve gedachte én praktijk. We onderzoeken iets wat er nog niet is vanuit een vermoeden over wat er kan komen, en door dat in en met de praktijk te doen ontstaat het gaandeweg. Concreet gemaakt was de oorspronkelijke transitiegedachte dat áls lineaire en fossiel groei op termijn onhoudbaar is, dan zal dat zowel leiden tot crises die onze samenleving uit evenwicht slaan als tot allerlei experimenten en alternatieven die door veranderaars worden ontwikkeld.
Versnellen, en rap een beetje
Dat ons economische model structureel onvolhoudbaar is weten we al decennia. Zowel ecologisch als sociaal: de in gang gezette klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit maar ook de toenemende ongelijkheid in combinatie met onrechtvaardige verdeling van lasten en lusten van economische groei leiden tot oplopende transitiedruk.
De uitdaging voor transitieonderzoekers is om die dynamiek en de onderliggende mechanismen te begrijpen en te anticiperen, maar ook om te onderzoeken hoe we die dynamiek kunnen beïnvloeden. Door, zoals de missie van DRIFT ook luidt, ‘kennis te ontwikkelen in en met de praktijk om transities naar een rechtvaardige en duurzame samenleving te versnellen’.
Van doemdenken naar doendenken
De afgelopen jaren deden we dat redelijk succesvol. Alleen al het introduceren van ‘transitie’ in veel sectoren dwong partijen zich uit te spreken en te positioneren. Of het introduceren van concepten als de transitiearena, de X-curve (en het ministerie van afbraak) of meer recent het ‘vooruitstruikelen’. Nieuwe woorden en begrippen die de dagelijkse praktijk op heel veel plekken beïnvloeden en meer richting gewenste transitie bewogen.
Misschien later meer hierover, voor nu sluit ik af met de hoop en oproep dat we in de huidige fase van transities alle opgebouwde capaciteit tot ‘doendenken’ voor transities met elkaar kunnen inzetten om dit transitiemoment te grijpen. De grote vraag is: nu dat de transitieruimte maximaal is, de chaos en instabiliteit groot, maar de alternatieven ook op allerlei plekken aanwezig zijn, is: hoe kunnen we echte transitie naar een toekomstige economie die zo min mogelijk ruimte, grondstoffen en energie gebruikte en zo betaalbaar, gezond en democratisch mogelijk is realiseren? Dat gaan we onderzoeken en er op die manier ook aan bijdragen. Ik hoor graag uw gedachten of ideeën.
Date
september 23, 2022
Volg ons