publicatie

De Zwolse Komedie: 5 lessen aan gemeente en bewoners voor effectief samenwerken aan de warmtetransitie

Datum 28 jun, 2021

Meer interessante
inzichten

bekijk alle publicaties

Dat bewonersinitiatieven en gemeente elkaar nodig hebben in de warmtetransitie lijkt vanzelfsprekend. Maar het gaat niet vanzelf. Daarom startten meerdere warmte-initiatieven en gemeenteambtenaren in Zwolle hiervoor een leerproces in de vorm van een Community of Practice (CoP), onder leiding van DRIFT en Energie Samen / Buurtwarmte. In deze blog blikt Karlijn Schipper samen met een aantal leden kort terug op hun ervaringen en deelt zij 5 lessen over het faciliteren van zo’n leerproces.

De beslissing van de Rijksoverheid om ‘van aardgas los’ te gaan in de gebouwde omgeving is helder, maar de strategische richting van deze warmtetransitie is nog onduidelijk. We hebben te maken met verschillende technologische oplossingen, een veelheid aan betrokken partijen (met eigen belangen en visies), en ook nog heel veel praktische vragen.

De lokale initiatieven van burgers en bedrijven die experimenteren met nieuwe, vaak collectieve, warmtesystemen lopen voorop in de transitie, maar worden door de overheid niet gezien als een ‘serieuze partij’. Klassieke of grote spelers in de energiemarkt krijgen vaak voorrang. Ook in Zwolle is dus behoefte om het samenspel tussen de gemeente en initiatieven tot zijn recht te laten komen.

Zo kwam de CoP tot stand, bestaande uit ambtenaren van de gemeente Zwolle, wijkinitiatieven in Berkum, Assendorp & Diezerpoort en Blauwvinger Energie, onder begeleiding van DRIFT en Energie Samen / Buurtwarmte. De eerste fase is inmiddels afgerond, en dat heeft al geleid tot gedeelde spelregels, leervragen, wederzijds begrijp, vertrouwen en een gezamenlijke taal.

Ook was de groep erop gebrand toe te werken naar een besluit waarin bewonersinitiatieven positie krijgen in de gemeente Zwolle, en in de toekomst concreet aan de slag te kunnen gaan. Dit heeft de volgende drie tastbare producten opgeleverd:

  • De Zwolse Komedie: een verhaal en een workshopvorm over de samenwerking tussen gemeente en initiatieven bestaande uit vier aktes. Het verhaal volgt het plot van een komedie, want komedies beginnen met misverstanden, maar lopen altijd goed af. De Zwolse komedie kan ook worden ‘gespeeld met anderen’ met als doel ook om een bredere groep ambtenaren en initiatieven te betrekken bij het leerproces van de CoP.
  • Er ligt een kernstatement, Het Zwolse Akkoord, waarin de uitgangspunten voor samenwerking zijn opgeschreven en een aantal mogelijke manieren om dat in de praktijk vorm te geven. Dit kernstatement wordt onderschreven door de deelnemers van de CoP. Hiermee is het nog geen politiek besluit, maar wel een startpunt voor verder gesprek en onderhandeling.
  • Het Zwolse Lemniscaat als metafoor voor het vervolg van de CoP waarin praktijkervaring en beleidsontwikkeling doorlopend met elkaar verbonden worden, met een programma hoe dat te organiseren.

Maar wat hebben wij geleerd over het vormgeven en faciliteren van de samenwerking tussen warmte-initiatieven en de gemeente? Tijd nu dus voor…

5 lessen uit Zwolle

1 / Ga voorbij de waan van de dag
Wat als rode draad naar voren kwam tijdens de sessies is het belang van het creëren van tijd om echt met elkaar in gesprek te gaan. De initiatiefnemers en de gemeente ontmoeten en spreken elkaar vaker, maar dat zijn vaak vluchtige gesprekken of korte workshops waarin snel van gedachten gewisseld wordt. Door voor langere tijd en meermaals met een (vaste) groep de diepte in te gaan rondom een specifiek thema, creëer je ruimte om vertrouwen op te bouwen en tot wederzijds begrip te komen. Dit zijn belangrijke voorwaarde voor leren en samenwerking.

2 / Zet de praktijk centraal
In de loop van het proces verschoof de aandacht stapje voor stapje van de individuele leervragen naar de ervaringen uit de praktijk. Dit was een combinatie van intervisie en een opmaat naar discussies over barrières en kansen voor samenwerking. Dit bevestigt niet alleen dat adaptiviteit en een stapsgewijze aanpak belangrijk uitgangspunten zijn voor een leerproces, maar meer dat de praktijk een belangrijk startpunt is om van te leren (voor beleid). Het gebiedsrecht en opgroeirecht waren thema’s die oppopten, waarmee de CoP verder wil oefenen in het vervolg. Om zo praktijk en beleid dichter bij elkaar te brengen.

3 / Creëer een veilige omgeving waar het mag schuren
De CoP ging niet altijd zonder slag of stoot. Door uiteenlopende ervaringen, rollen, beelden en interpretaties was er in sessies soms sprake van begripsverwarring en spanning tussen deelnemers. Een van de belangrijkste lessen was dan ook dat er een omgeving moet zijn die veilig genoeg is dat deelnemers dat schuren op durven te zoeken in plaats van ervan weg te blijven. Pas zodra we als groep de tijd nam om uit te spreken waar het echt om gaat en die spanning zochten, kwamen we tot de kern. Het was als procesbegeleiders soms best lastig om de angel niet te vroeg uit een discussie te halen, want je hebt ook een agenda en beperkt de tijd voor een sessie.

Het is niet dat alle kwesties nu opgelost zijn. Het blijft schuren tussen het perspectief van bovenaf en dat van onderop. Een kernstatement formuleren bleek bijvoorbeeld lastiger dan gehoopt. Maar, betrokken bellen elkaar makkelijker op, zoeken naar elkaars belang en waarde en proberen het nog een keer. Al is het soms vermoeiend, het schuren is wel productiever geworden. En we waarderen elkaars moed en doorzetten.

4 / Ga wandelen!
Het opzoeken van spanning is extra lastig in een online context. Door covid-19 vonden al onze groepssessies namelijk plaats op Zoom. Er was behoefte om onderwerpen verder te verdiepen of 1-op-1 uit te praten. Om die reden ontstond spontaan het idee om elkaar tussen de sessies door op te zoeken voor een wandeling. De inzichten uit de wandelingen werden vervolgens weer gedeeld tijdens de sessies, die begonnen met een check-in vraag: “Is er toevallig nog gewandeld?”.   

5 / Probeer het ongrijpbare te vangen
De meerwaarde van het proces zit voor een groot deel op het relationele vlak: het opbouwen van vertrouwen, wederzijds begrip en goede relaties, het zoeken naar een gezamenlijke taal die geworteld is in de praktijk en het uitwisselen van ervaring tussen micro en macro niveau. Duidelijk mag zijn: de bedoeling van deze CoP liet zich niet vangen in een Excel sheet. Dat neemt niet weg dat de deelnemers de behoefte hadden dat de CoP tot concrete resultaten en afspraken zou leiden. Zeker vanuit de bewonersinitiatieven was deze wens duidelijk: zij voelden in hun vezels wat er op het spel staat en zijn er niet direct van overtuigd dat intenties ook worden omgezet naar acties. Vandaar het belang om het proces te laten stollen in producten (zoals de Zwolse Komedie en het akkoord) die fungeren als piketpaaltjes van wat je met elkaar hebt bereikt. Ook om dat te vieren en te zorgen dat het grotere doel in het oog wordt gehouden.

Hoe nu verder: het Zwolse lemniscaat verbindt praktijk en beleid

In de CoP kwamen de deelnemers tot de conclusie dat, ja, de gemeente en initiatieven hebben elkaar nodig in de warmtetransitie: Beleidsmakers hebben de sleutels tot borging, structurering en inbedding in de representatieve democratie. En initiatieven hebben de sleutels voor het doen. Zij laten zien hoe het ook kan. Nu is de vraag hoe we dit motortje draaiende kunnen houden? Hoe zorgen we ervoor dat het leerpoces en de realisatiekracht in de warmtetransitie in Zwolle blijft groeien? Hoe kunnen we de kring van betrokkenen zowel binnen de gemeente en de initiatieven vergroten?

En jij?

Ben je als gemeente ook bezig met een vergelijkbaar proces en wil je leren van en/met Zwolle? Vice versa leren wij ook graag van uw ervaringen? Interesse om van gedachte te wisselen? Laat het dan even weten.

Auteurs

Karlijn Schippers in samenwerking met Energie Samen / Buurtwarmte.

In opdracht van

Gemeente Zwolle