Blog

De onverharde weg van de energietransitie.

Wat kunnen we leren van een koploper in de energietransitie? De bewoners van de Aardehuizen te Olst experimenteren volop met decentrale energie-opwekking en peak shaven – maar dat gaat niet zonder slag of stoot. DRIFT-er Maria Fraaije vraagt zich in deze blog af: wat is dat, peak shaven? En waarom is het een cruciale barrière voor onze decentrale energie-ambitie?

 
Wie uit het raam van de trein kijkt tussen Deventer en Zwolle, vangt wellicht een glimp op van een Ecodorp met internationale allure: De Aardehuizen in Olst. Middenin een idylle van groen wordt hard gewerkt aan de energietransitie. Voor een buitenstaander die rondwaart tussen de lemen huizen van autobanden en gestampte aarde lijkt de opgave van de energietransitie haast een achteloze opdracht, die met een fikse scheut ondernemerschap, een cirkelzaag en een zak zand van de IJssel verderop prima kan worden opgelost. Maar, in de woorden van bewoner Ferdi Hummelink die het energiesysteem overziet in de Aardehuizen: voorlopen is zo simpel nog niet.
 
“We’ve been to New York, Amsterdam – and Olst!”
De ‘gewoon doen’ mentaliteit van de bewoners van de Aardehuizen in Olst reikt ver: met hun energiezuinige huizen hebben ze zich op de internationale kaart gevestigd als koplopers in de energietransitie. Niet voor niets zijn er sinds de oprichting in 2005 maar liefst 8000 bezoekers langsgekomen voor een kijkje in de keuken. Zoals initiatiefnemer Paul Hendriksen een voorgaande bezoeker citeert:
 

“We been to New York, Amsterdam – and Olst!”

 
Niets dan enthousiasme voor dit Overijsselse Ecodorp met internationale allure. Wat kunnen we leren van een koploper in de energietransitie?
 

Foto: Florijn de Graaf van Spectral Energy Solutions
 
Op een zonnige woensdagmiddag in juli nodigden het Aardehuis en DRIFT 26 energietransitie beoefenaars uit om de verharde weg af te lopen, en zich te buigen over de perikelen van een particuliere peakshaver. Wat is dat, ‘peakshaven’? Waarom is het nodig, en hoe pakken we dat aan?
 

Deze foto is gelicentieerd onder een Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International Licentie.
 
Dure drukte op het spoor
 
Lokaal elektriciteit opwekken is aan de orde van de dag. Sterker nog, het aantal lokale energie-initiatieven groeide in 2018 exponentieel, profiterend van steeds goedkoper wordende zonnepanelen. Zo sturen we op een zonnige dag in juli massaal onze elektriciteit het net op. Dankzij de voordelige salderingsregeling van de overheid krijgen we geld voor de elektriciteit die we niet gebruiken en terugleveren aan het elektriciteitsnet. Goed geregeld, lijkt het. Toch is er een probleem. Zie elektriciteit als drukte op het spoor: ‘s ochtends en ‘s avonds zijn er veel reizigers, en dus rijden er meer treinen. Maar stel je nu eens voor dat heel Nederland met de trein wil, op een onverwachte woensdagmiddag?
 
Dit lijkt onwaarschijnlijk, maar is in energieland een reëel probleem. Wanneer er een fikse wind opsteekt, of de zon plots dagen schijnt, kan dit een hoge piek in netbelasting opleveren. Deze piek in netbelasting leidt tot zogenaamde netcongestie. Netcongestie is van alle tijden, maar beleeft sinds de opkomst van flexibele zonne- en windenergie een opmars. Niet zo gek, gezien het feit dat opwek uit zon en wind veel lastiger te voorspellen is dan opwek uit bronnen die we zelf verbranden. Zo leidt netcongestie in delen van Overijssel tot limieten in terugleveringscapaciteit. Om in de treinmetafoor te blijven is dit fenomeen vergelijkbaar met een overvolle spitstrein, waarbij een deel van de reizigers moet achterblijven op het perron. Het tekort in transportcapaciteit leidt ertoe dat netbeheerders deels inzetten op minder lokale opwek om regionale netcongestie te voorkomen. Dit staat haaks op de pijler van het energieakkoord om decentrale opwek van elektriciteit te stimuleren.
 
Netcongestie is een barrière op de weg naar onze decentrale droom. De vraag is: hoe kunnen we netcongestie aanpakken, en decentrale opwek blijven stimuleren?
 

Netcongestie in Overijssel 8 juli 2019. Roze: geen transportcapaciteit beschikbaar, geel: deels beschikbaar, en groen: transportcapaciteit beschikbaar.
 
De oplossing: peakshaven
Een overbelasting lijkt simpelweg op te lossen met het aanleggen van meer kabels. Echter lopen de kosten van netverzwaring aardig op. “Om de problemen van netcongestie enigszins op te kunnen vangen, kijken we tegen een verdubbeling, of zelfs verdriedubbeling van het net aan in de komende jaren,” aldus Ferdi Hummelink. Deze kosten zal de netbeheerder, en dus de belastingbetaler, moeten gaan betalen. Dat moet anders – maar hoe?
 
Gelukkig is er ook een andere oplossing. Schommelingen op het net kunnen worden voorkomen door zelf opgewekte elektriciteit zo veel mogelijk zelf te gebruiken. Dit noemt men ook wel peakshaven. Je bent een behoorlijke peakshaver als je een opslagsysteem installeert, en de wasmachine alleen aanzet als de zon schijnt. Zo schaaf je op een zonnige dag je elektriciteitspiek bij, en behoed je het net voor een drukke spits.
 
Het schaven aan elektriciteitspieken is voor veel wijken en particulieren nog toekomstmuziek. Terwijl er sinds 2004 steeds meer gezocht is naar ‘zonnepanelen’ op Google, blijven zoekopdrachten naar oplossingen om te peakshaven achter.
 
Gek – want technisch gezien zijn buurtbatterijen en microgrids al mogelijk, aldus Richard van Leeuwen, Lector Duurzame Energie Voorziening bij Saxion. ‘Wijkopslag is met verschillende batterijconcepten technisch al haalbaar,’ beaamt Gerrit Miedema van opslagleverancier Dr. Ten. Zij ontwikkelen zeezoutbatterijen die kunnen worden ingezet voor peakshaven, zoals bijvoorbeeld in Rijsenhout, een wijk met een buurtbatterij vlakbij Schiphol.
 
Toch is het schaven aan elektriciteitspieken voor veel wijken en particulieren vooralsnog niet haalbaar. Waarom is dat zo – en wat kunnen we daar aan doen?
 
Meerdere wegen naar Rome: hoe faciliteren we peakshavende particulieren?
 

Foto: Florijn de Graaf van Spectral Energy Solutions
 
Weg 1: Beloon idealisme
“Het installeren van een buurtbatterij is niet rendabel, en dus niet opschaalbaar,” verzucht Ferdi Hummelink. “Een deel van het probleem is dat verdienmodellen van peakshaven vooralsnog onduidelijk zijn,” beaamt Richard van Leeuwen. Dit komt onder andere door de voordelige salderingsregeling van de overheid. Dankzij deze regeling mogen gebruikers in ruil voor een lagere energierekening hun opgewekte elektriciteit aan het net terugleveren. Netto levert dat de producent aardig wat op, waardoor netcongestie in de hand wordt gespeeld. Nu salderen nog tot 2023 op de agenda staat, blijft opslag vooralsnog duur idealisme voor koplopers. Vooral gezien de installatie van een zeezoutbatterij op dit moment nog financieel onaantrekkelijk is.
 
Een manier om energie opslag financieel aantrekkelijk te maken voor particulieren ten tijde van saldering, is subsidie. Die is er al wel, maar dekt niet de hele installatie. Zo loopt het Aardehuis tegen 25,000 Euro aan kosten aan voor de randapparatuur van de zeezoutbatterij, dit tot frustratie van de bewoners van het Aardehuis. Zij zouden graag zien dat peakshaven voor heel Nederland financieel aantrekkelijk wordt. “Niet iedereen is bereid dat geld erin te steken,” aldus Paul Hendriksen.
 
Je kunt je afvragen: is het wel aan particulieren om een maatschappelijk probleem aan te kaarten? Als met name de netbeheerder baat heeft bij het vermijden van dure netverzwaring, waarom investeren zij dan niet in peakshaven voor particuliere opwekkers?
 
Weg 2: Help de netbeheerder uit de knel
Zelfs als netbeheerders zouden willen investeren in particuliere opslag, kunnen zij dit niet vanwege hun maatschappelijke positie. “Netbeheerders mogen niet handelen in elektriciteit omdat ze een collectief goed beheren – de netwerken,” legt Karel Haverkorn van Rijsewijk van de RVO uit. “Zouden zij wel handelen, dan zouden zij de andere leveranciers en producenten wegconcurreren.”
 
Er lijkt hoop aan de horizon. Dankzij de nieuwe AMvB wetgeving van de energie- en warmtewet, in de pijplijn voor eind 2019, mogen netbeheerders gaan investeren in opslag van lokale initiatieven.
 
Maar, zelfs met meer mogelijkheden blijft investeren lastig. De netbeheerder mag namelijk alleen investeren onder extreem slechte financiële omstandigheden. “Indien zij investeren in opslag, dan mogen zij dat alleen gebruiken voor het peakshaven,” legt Karel Haverkorn van Rijsewijk uit. Gezien er niet altijd opslag nodig is, kan een netbeheerder alleen geld verdienen in de aantal uren per jaar dat er pieken moeten bijgeschaafd. In die luttele uurtjes kan de batterij nooit worden terugverdiend. Kortom: het business model van peakshaven is voor de netbeheerder onaantrekkelijk. “Ook de netbeheerders zelf zien dit als een probleem, omdat verzwaren van netwerken veel duurder is [dan peakshaven],” legt Karel Haverkorn van Rijsewijk uit.
 
Netbeheerders kunnen dus weinig investeren in peakshaven. Bestaat er geen andere partij die dit op zich kan nemen?
 
Weg 3: Bundel je krachten
“Hier in Olst heb je een grote vleesindustrie aan de andere kant van het spoor,” vertelt Ferdi Hummelink. “De eerste gedachte is dan vaak om daar te gaan peakshaven.” Wie grote afstanden wil afleggen, kijkt al gauw naar de grootste stappen. “Met grootverbruikers kunnen zij afspraken maken,” legt Karel Haverkorn van Rijsewijk uit, “maar kleinverbruikers zijn te sterk verdeeld om daar een goed “product” voor te ontwikkelen.”
 
Kleinverbruikers staan dus laag op de agenda van de netbeheerder. Nu decentrale opwek steeds populairder wordt, en kleinverbruikers een grotere impact hebben op netcongestie, moeten we ons afvragen: hoe kunnen we de kleinverbruiker toch laten peakshaven?
 
Voor kleinverbruikers zelf bestaat er de mogelijkheid om de krachten te bundelen via een aggregator. Simpel gezegd is dit een partij die meerdere kleinverbruikers vertegenwoordigd, en daarmee groot genoeg is om door te gaan als grootgebruiker. Als marktpartij kan de aggregator investeren in decentrale energie, en de opslag verkopen aan de netbeheerder.
 
Is de aggregator de oplossing voor netcongestie, of zijn er nog andere wegen naar Rome?
 
Weg 4: Laat mensen lenen bij de buren
Suiker nodig, maar niet op voorraad? Geen probleem, je buren zijn geheid bereid om een schepje af te staan. Wat voor suiker zo vanzelfsprekend is, is voor elektriciteit vooralsnog erg lastig. Jammer, want het onderling uitwisselen van stroom kan een manier zijn om netcongestie te voorkomen. Immers: wat wordt gebruikt door de buurman, hoeft niet mee in de spits op ‘t net.
 
Er wordt hier en daar wel wat uitgewisseld, maar dit is nog van experimentele aard. Zo is Alliander onlangs een tweejarig experiment gestart in Amsterdam, waarbij 50 huishoudens onderling stroom uitwisselen. Voor collectieve opwekkers, zoals energiecoöperaties en Vve’s, bestaat er de mogelijkheid om onderling stroom uit te wisselen door een experiment-status te verkrijgen via de experimentregeling elektriciteitswet van het Ministerie van Economische Zaken, uitgevoerd door de RVO. Deze weg bewandelden collectieve particuliere opwekkers Schoonschip, de Aardehuizen en coöperatie Endona te Heeten, maar niet zonder slag of stoot.
 
“Tegen anderen die ook interesse hebben in de experimentenregeling zou ik zeggen: vind het wiel niet opnieuw uit,” schrijft Ferdi in een blog op HIER opgewekt. “We hebben een kennisachterstand en daardoor is er ongelijkheid in de machtsverhoudingen, ondanks het feit dat Enexis en EZ/RVO.nl welwillend zijn en ondersteuning bieden,” schrijft Ferdi.
 
Je kunt je afvragen, waarom bestaat er überhaupt een experimentenregeling? “Niemand weet nog hoe het energiesysteem na de energietransitie eruit zal zien, en hoe we dan ons energiesysteem organiseren,” aldus Karel Haverkorn van Rijsewijk. “We laten experimenteren om te zien welke onderdelen van de wet de energietransitie nu tegenwerken.”
 
Dat klinkt logisch: in een regelluwe zone valt immers heel wat te leren. Echter, nu decentrale elektriciteitsopwekking en energieneutrale woonwijken hoog op de nationale agenda staan, en netcongestie zich heeft ontvouwd als duur maatschappelijk probleem, is het wellicht tijd om over te gaan op opschalen. Hoe kunnen we collectief stroom uitwisselen voor particulieren gangbaarder maken voor een groot publiek?
 
Lessen van een koploper in transitie: de onverharde wegen naar Rome.
Terwijl decentrale elektriciteitsopwek en energieneutrale woonwijken hoog op de nationale agenda staan, blijft het probleem van netcongestie onderbelicht. En dat terwijl drukte op ‘t net een reële barrière vormt voor onze decentrale energie-ambitie en daarmee voor de energietransitie. Door financieringshulp voor peakshaving op te schalen en anders in te richten, toe te werken naar aggregators voor kleinverbruikers, en collectieve aansluitingen voor het onderling uitwisselen van stroom mogelijk te maken, kunnen we burgers faciliteren zelf aan de slag te gaan met de energietransitie.
 
Er zijn meerdere wegen naar Rome – maar ze zijn onverhard, en niet altijd makkelijk begaanbaar. Als we iets kunnen leren van de Aardehuizen in Olst, is dat je met een flinke scheut ondernemerschap een heel eind komt. De Aardehuizen werken gestaag door aan hun weg naar de toekomst. Nu is het tijd dat iedereen het pad weet te vinden.
 
Wil je meer weten over PROSEU, het onderzoeksproject van waaruit we samenwerken met Aardehuis Olst? Neem dan contact op met Maria Fraaije


Date
september 17, 2019