Als je organisatie werkt aan fundamentele verandering, vraag dan niet: ‘ligt dat wel bij ons?’ Vraag liever: ‘kunnen wij hier iets in betekenen?’ Dat is een van de adviezen die wij de provincie Zuid-Holland gaven in deze strategische verkenning landbouw- en voedseltransitie.
Boeren, burgers en buitenlui in transitiechaos
Het zijn roerige tijden voor de landbouw- en voedseltransitie. Met de stikstofaanpak van het kabinet worden provincies gedwongen om harde keuzes te maken en voelen gangbare boeren zich in het hemd gezet. De Provinciale Statenverkiezingen van 2023 deed menig provinciehuis schudden op haar grondvesten. Tegelijkertijd staan duurzame boeren te springen om hun bedrijfsmodel rond te krijgen. En gevestigde partijen, waaronder financiers en supermarkten, zijn op zoek naar hun rol in de transitie.
We zien volop signalen van transitiechaos, waarbij onduurzame manieren van denken, doen en organiseren duidelijk afgebouwd worden, maar de nieuwe regels en praktijken nog niet uitgekristalliseerd zijn. Zo klopte er in het afgelopen jaar meerdere agrariërs bij de Provincie en gemeente aan omdat hun plannen voor het verduurzamen van hun bedrijf niet ondersteund werden door het ruimtelijkeordeningsbeleid in het gebied.
In dat licht kreeg DRIFT de vraag van het landbouwteam van de provincie Zuid-Holland hoe zij het meest kunnen bijdragen aan de transitie.
De rollen (om)gedraaid
Het onderzoek dat wij op uitnodiging van de provincie deden, bestond uit interviews en sessies met betrokkenen uit verschillende afdelingen. Daar zagen we op meerdere plekken ambtenaren worstelen met hun rolafbakening. In feite is dat een goed teken – zulke twijfel is essentieel in de transitiechaos waar organisaties nu in verkeren.
Wie niet twijfelt en zich voornamelijk als handhaver of uitvoerder opstelt, is waarschijnlijk te risicomijdend. Die twee rolopvattingen blijven natuurlijk belangrijk, maar om verder te komen met fundamentele verandering is het essentieel dat de provincie ook partner kan zijn. Haar ambtenaren moeten meer op zoek naar wat ze voor de ondernemers en gemeenschappen in hun gebied kunnen betekenen. Door echt samen te werken met andere mensen en organisaties (geen nep-participatie) en in te spelen op aanwezig (afbouw)momentum vanuit de samenleving.
Instrumentenmaker of -ontdekker
En dan – wat als je, voorbij je taakomschrijving, transitiemaker wilt worden in de landbouw- en voedseltransitie? Hoe doe je dat dan? In dit adviestraject werd weer eens duidelijk dat het loont binnen de hele organisatie (en daarbuiten) op zoek te gaan naar beleidsinstrumenten die nog te weinig of niet gebruikt worden.
Voorbeelden van bestaande instrumenten zijn: grondzaken kan bijvoorbeeld grond verpachten onder specifieke voorwaarden. Of ruimtelijke ordening kan visies voor gebieden wijzigen of versoepelen. Maar als DRIFT signaleerden we ook nieuwe instrumenten die doorontwikkeld of uitgebreid moeten, zoals gestapeld belonen of het aanwijzen van landschapsgronden als bestemmingscategorie.
(Foto: Haastrecht, door Frans Berkelaar, CC BY 2.0)