Dat bewonersinitiatieven en gemeente elkaar nodig hebben in de warmtetransitie lijkt vanzelfsprekend. Toch is nog niet iedereen daarvan overtuigd, en bestaan er verschillende beelden over de uitwerking en vorm van zo’n samenwerking. Om duidelijkheid te scheppen, startten meerdere warmte-initiatieven en gemeenteambtenaren in Zwolle een leerproces in de vorm van een Community of Practice (CoP) onder leiding van DRIFT en Energie Samen/Buurtwamte.
De warmtetransitie in Zwolle
Het beleid van de Rijksoverheid om ‘van aardgas los’ te gaan in de gebouwde omgeving heeft een flinke impuls gegeven aan de verduurzaming van onze warmtevoorziening. De strategische richting van de warmtetransitie is echter nog onduidelijk. Er zijn veel verschillende technologische oplossingen en een veelheid aan partijen betrokken met verschillende belangen en visies: van bewoners en woningcorporaties tot overheden en de industrie. Er zijn ook nog veel praktische vragen rondom organisatievormen, financiering, eigendom, beheer, en meer principiële kwesties rondom zeggenschap, transparantie en inclusie.
De lokale initiatieven van burgers en bedrijven die experimenteren met nieuwe, vaak collectieve, warmtesystemen lopen voorop in de transitie, maar worden door de overheid niet gezien als een ‘serieuze partij’. Klassieke of grote spelers in de energiemarkt krijgen vaak voorrang. Lokale initiatieven zoeken naar erkenning als volwaardige speler en ruimte om hun initiatieven te ontplooien. Tegelijkertijd zoeken gemeenten naar manieren om bewoners te betrekken bij de warmtetransitie en dit op democratische manier vorm te geven. Maar ze vinden het nog best lastig om lokale initiatieven een goede plek te geven in beleid, of het beleid op hen aan te passen.
Ook in Zwolle is de behoefte om het samenspel tussen de gemeente en initiatieven tot zijn recht te laten komen. In deze vroege, onzekere, fase van de warmtetransitie is er de wens om samen te leren en kennis uit te wisselen. Maar, hoe geef je die samenwerking vorm zodat je optimaal gebruik maakt van elkaars kracht? Wat is de rol van de professionals, bewoners, ambtenaren en bestuurders? Welke innovaties zijn nodig op het gebied van bestuur, beleid, participatie, gedrag, kaders en instrumenten? Deze vragen waren de reden dat in het najaar van 2020 een Community of Practice (CoP) in Zwolle is opgezet.
Community of What?
De CoP bestond uit ambtenaren van de gemeente Zwolle, de wijkinitiatieven in Berkum, Assendorp & Diezerpoort en Blauwvinger Energie en werd begeleid door DRIFT en Energie Samen / Buurtwarmte. We kozen voor de vorm van CoP zodat we vanuit onze praktijkervaringen samen konden leren en vervolgstappen ontwikkelen voor een goede samenwerking. Het doel van de CoP was om te komen tot een samenwerkingsvorm, waarin het samenspel tussen initiatieven en gemeente optimaal wordt georganiseerd en gefaciliteerd. Maar we concludeerden ook dat we die samenwerking en de warmtetransitie moeten bezien in de context van een bredere beweging naar een meer duurzaam Zwolle waarbij veel meer actoren betrokken zijn (zoals het bedrijfsleven en de politiek) en die samenhangt met andere opgave (zoals klimaatadaptatie en woningbouw).
De eerste fase van de CoP is inmiddels afgerond. In een zestal online sessies hebben we gezamenlijk spelregels opgesteld, leervragen gedeeld, gebouwd aan wederzijds begrip, vertrouwen opgebouwd tussen gemeente en initiatieven en gewerkt aan een gezamenlijke taal. Dit hebben we onder andere gedaan door de praktijkervaringen van de warmte-initiatieven centraal te stellen. Door een combinatie van intervisie en reflectie hebben we via de ervaringen uit de praktijk scherp gekregen waarom gemeente en warmte-initiatieven elkaar nodig hebben en hoe de samenwerking optimaal georganiseerd kan worden.
CoP: wat levert dat op?
Wat betreft uitkomsten was het niet alleen de wens van de groep om uit te diepen waarom de samenwerking belangrijk is, maar ook om toe te werken naar een besluit waarin bewonersinitiatieven positie krijgen in de gemeente Zwolle, en in de toekomst concreet aan de slag te kunnen gaan. Dit heeft de volgende drie tastbare producten opgeleverd – die niet af zijn en bijgesteld kunnen worden waar en wanneer dat nodig is:
- De Zwolse Komedie: een verhaal en een workshopvorm over de samenwerking tussen gemeente en initiatieven bestaande uit vier aktes. Het verhaal volgt het plot van een komedie, want komedies beginnen met misverstanden, maar lopen altijd goed af. De Zwolse Komedie begint met de vooroordelen over en weer tussen gemeente en initiatieven. Daarna komen de waarden die beide creëren aan bod, gevolgd door de opgaven die beide hebben om het samenspel te versterken. In de slotakte krijgt dit een vorm waarin het samenspel wordt bestendigd. De Zwolse komedie kan ook worden ‘gespeeld met anderen’ met als doel ook om een bredere groep ambtenaren en initiatieven te betrekken bij het leerproces van de CoP. Als werkvorm daagt het mensen uit om met elkaar in gesprek te gaan over de ingewikkeldheid van de samenwerking.
- Er ligt een kernstatement, Het Zwolse Akkoord, waarin de uitgangspunten voor samenwerking zijn opgeschreven en een aantal mogelijke manieren om dat in de praktijk vorm te geven. Dit kernstatement wordt onderschreven door de deelnemers van de CoP. Hiermee is het nog geen politiek besluit, maar wel een startpunt voor verder gesprek en onderhandeling.
- Het Zwolse Lemniscaat als metafoor voor het vervolg van de CoP waarin praktijkervaring en beleidsontwikkeling doorlopend met elkaar verbonden worden, met een programma hoe dat te organiseren.
We zijn op zoek naar een vorm die de wisselwerking tussen beleid en praktijk organiseert en versterkt: van buiten (praktijk van initiatieven) naar binnen (beleidsaanpassingen). Dit is het Zwolse lemniscaat dat bestaat uit 3 belangrijke sporen:
- Zichtbaar maken en verspreiden: door te laten zien welke initiatieven er al zijn en wat de waarde daarvan is; hierdoor zal het ook gemakkelijker worden voor andere initiatieven om mee te gaan doen. Om die reden zal de CoP er naar toe werken dat ook andere initiatieven kunnen aanhaken en worden geholpen om te kunnen groeien;
- Beleidsleren: beleidsmakers die in de praktijk meedoen en leren gericht op het identificeren van de noodzakelijke aanpassingen in instrumenten, regels, procedures en kaders. Bijv. rondom specifieke thema’s: het gebiedsrecht & opgroeirecht, positie van coöperaties in de transitievisie Warmte 2.0, een ondersteunings- en waarderingskader, gemeente als garantsteller & investeerder. Maar ook om externe ontwikkelingen juist te kunnen agenderen bij de CoP.
- Politieke agendering en institutionalisering: Ook de formele democratische weg moet worden bewandeld, dingen vastgesteld. Zoals warmteschappen, gebiedsrecht en opgroeirecht. Waar nodig zal de CoP adviezen kunnen geven over punten waarover een gemeenteraad besluiten moet nemen;
Hoe nu verder: het Zwolse lemniscaat verbindt praktijk en beleid
In de CoP kwamen de deelnemers tot de conclusie dat, ja, de gemeente en initiatieven hebben elkaar nodig in de warmtetransitie: Beleidsmakers hebben de sleutels tot borging, structurering en inbedding in de representatieve democratie. En initiatieven hebben de sleutels voor het doen. Zij laten zien hoe het ook kan. Nu is de vraag hoe we dit motortje draaiende kunnen houden? Hoe zorgen we ervoor dat het leerpoces en de realisatiekracht in de warmtetransitie in Zwolle blijft groeien? Hoe kunnen we de kring van betrokkenen zowel binnen de gemeente en de initiatieven vergroten?
Dank aan Christian Voortman, Kirsten Notten en Milou van Rijn voor de feedback en suggesties op deze blog. Deze blog baseert zich deels op teksten en ideeën van het Zwols akkoord en Zwolse lemniscaat geschreven door andere CoP leden. Het idee van het lemniscaat is gebaseerd op de ideeën achter de Transitiemotor van o.a. Derk Loorbach en Jelleke de Nooy van Tol. De lessen komen voort uit een evaluatie van de eerste fase van de CoP met Krijn Korver – mede-facilitator van het proces vanuit Energie Samen/Buurtwarmte – en Christian Voortman (van de gemeente Zwolle).