Hans Stegeman (Triodos Bank) promoveert vandaag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (met Derk Loorbach als promotor). Als uitgesproken en ‘transitie-minded’ econoom hebben we zijn promotie met aandacht gevolgd. Daarom publiceren we hieronder het persbericht van zijn hand en verwijzen we door naar de publicatie zelf.
Rotterdam, 13 juni 2025 – Duurzaamheid moet de kern vormen van economische theorie en beleid, in plaats van een bijkomstigheid. Dat stelt Hans Stegeman – zelf econoom – in zijn proefschrift ‘Transforming Economics for Sustainability’, dat hij vandaag verdedigt aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Want zolang duurzaamheid niet de kern van economische theorie en beleid vormt, blijven pogingen tot verduurzaming oppervlakkig, onsamenhangend en uiteindelijk ineffectief. “Als je blijft kijken met oude wereldbeelden, maak je nooit de overgang naar een nieuwe economie. En als je dat niet doet, komt het einde van ons huidige economisch systeem vanzelf. Dan stort het in elkaar.”
Volgens Stegeman is de economische theorie historisch gegroeid als antwoord op de problemen van haar tijd. In de periode na de Tweede Wereldoorlog lag de nadruk op materiële schaarste en wederopbouw – en dus op groei, productiviteit en efficiëntie. Maar veel van die aannames zijn sindsdien gestold tot economische orthodoxie, ook al zijn de uitdagingen van nu – klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, structurele ongelijkheid – fundamenteel anders. “We behandelen milieuschade en sociale ongelijkheid nog steeds als externe factoren,” stelt Stegeman. “Maar als we duurzaamheid echt serieus nemen, moet dat ons vertrekpunt zijn.”
De kernvraag die Stegeman in zijn proefschrift centraal stelt, is: hoe kunnen we duurzaamheid, als de voorwaarde van een (economisch) systeem dat zichzelf zowel ecologisch als sociaal voortdurend en onbepaald in stand houdt, integreren in de economische theorie, beleid en praktijk? Stegeman komt tot vijf inzichten:
- Er is niet één vorm van welzijn – Wat mensen nodig hebben om goed te leven, verschilt per situatie. Ecologisch herstel vraagt iets anders dan sociale verbondenheid. Beleidsmakers moeten daarom beter kijken naar welk type welzijn centraal staat in een bepaald domein,.
- Systemen zijn onderling verweven en begrensd – Economische, ecologische en sociale systemen zijn onderling afhankelijk. Zo hebben economische activiteiten vaak directe invloed op het milieu. Sociale systemen bepalen vaak hoe mensen omgaan met hun omgeving. De grenzen van deze systemen versterken elkaar. Wanneer een systeem een bepaalde limiet bereikt, kan dat ook de andere systemen negatief beïnvloeden. Bijvoorbeeld, klimaatverandering (een ecologisch probleem) kan leiden tot voedseltekorten (een economisch en sociaal probleem).
- We moeten het idee loslaten dat het optellen van alle persoonlijke keuzes een goed beeld geeft van wat goed is voor de samenleving als geheel – Het collectief belang kan daar zelfs strijdig mee zijn. En dat is nu precies waar sociale relaties en instituties een rol spelen.
- Wereldbeelden vormen instituties – Wat als ‘realistisch’ beleid wordt gezien, is vaak gebaseerd op heersende denkbeelden in plaats van op echte noodzaak.
5 Langzaam verbeteren is niet genoeg – en komt vaak voort uit oud denken. Bij grote problemen zoals klimaatverandering of verlies van natuur denken we vaak dat we stap voor stap kunnen verbeteren. Maar dat idee – dat we met een beetje bijsturen wel goed uitkomen – komt voort uit een wereldbeeld waarin systemen stabiel zijn en waar groei vanzelf leidt tot oplossingen. In werkelijkheid werken veel systemen met kantelpunten: als we te laat reageren, stort het geheel in. Voor zulke risico’s zijn snelle, fundamentele veranderingen nodig. Anders lopen we achter de feiten aan.
Op basis van deze inzichten doet Stegeman verschillende beleidsaanbevelingen. Hij pleit voor een grondige aanpassing van macro-economische modellen, waarbij ecologische grenzen en sociale basisvoorwaarden centraal staan. Fiscale en financiële instrumenten moeten gericht zijn op het bevorderen van publieke waarde op de lange termijn, in plaats van op korte termijn-efficiëntie. Daarnaast hebben we nieuwe manieren van samenwerken nodig waarbij verschillende groepen mensen mee kunnen beslissen. En duurzaamheid moet niet meer worden gezien als een rem op de economie, maar juist als de basis voor een nieuwe vorm van economische vooruitgang.
En ten slotte moet duurzaamheid niet langer als beperking worden gezien, maar als het fundament voor het opnieuw definiëren van wat economische vooruitgang betekent.
Noot voor de redactie:
Hans Stegeman is hoofdeconoom en groepsdirecteur Impact & Economics bij Triodos Bank. Hij combineert academische reflectie met jarenlange ervaring als econoom, onder andere bij het CPB en Rabobank. Zijn proefschrift is geschreven aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit onder begeleiding van prof. dr. Dirk Schoenmaker en prof. dr. Derk Loorbach.