Case

Doe-democratie: niche, visie of hype?

 

Hoe reageer je op de veranderende relaties tussen burgers, overheden en bedrijven die het resultaat zijn van de opkomende doe-democratie?

 

Als reactie op de veranderende status van de welvaartsstaat nemen gemeenschappen en burgers de rol van de markt over, in het reguleren van en voorzien in maatschappelijke behoeften. Nieuwe maatschappelijke initiatieven komen op: coöperatieve model worden opnieuw uitgevonden, terwijl sociaal ondernemerschap steeds meer aandacht krijgt en zelfs gemeengoed wordt. Tegelijkertijd herkennen overheden, geconfronteerd met de ontmantelde welvaartsstaat, in toenemende mate de waarde van deze initiatieven – en worden maatschappelijke verantwoordelijkheden meer en meer overgedragen aan burgers.

 

De markt is traditioneel gezien de drijvende, sturende kracht voor het structureren van de maatschappij. De rol van de gemeenschap en de urgermaatschappij wint echter aan belang en aandacht. Deze verschuiving kan worden toegeschreven aan externe factoren ( de opkomst van de informatietechnologie, de economische crisis en de toenemende ecologische druk), maar ook aan de zichzelf versterkende dynamiek van deze ontwikkelingen.

Het resultaat hiervan is een toename in weerstand, spanning, onzekerheden en vragen. Wat is de impact van burgerlijke zelfredzaamheid? Hoe en in welke mate kunnen overheden omgaan met ongewenste of onwenselijke burgerlijke steun? En, bovenal, hoe kunnen we deze nieuwe en opkomende relaties effectief coördineren en sturen? De diversiteit van deze aandachtspunten en uitdagingen, en de resulterende behoefte aan effectieve sturingsmechanismen, maken het erg moeilijk voor overheden om richting te kiezen.

 

Het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse zaken en het hieraan verbonden nieuwe democratie-team heeft zich tot doel gesteld om deze ontwikkelingen op te vangen, te begeleiden en te stimuleren – kortom, om de directe democratie en de daaraan verwante nieuwe rol van de overheid als deelnemer, partner en facilitator vorm te geven. Hoe gaan we om met onzekerheden? Hoe beoordelen we burgerlijke onafhankelijkheid, en hoe coördineren we nieuwe relaties en rollen?
Om deze vragen te beantwoorden, heeft het nieuwe democratie-team DRIFT gevraagd de huidige veranderingen vanuit een transitieperspectief te interpreteren, en advies te bieden over de rol van het Ministerie bij het versnellen van de transitie. In het eindrapport beschrijven we een visie op het potentieel van de nieuwe democratie, de barrières voor ontwikkeling, en mogelijke aangrijpingspunten voor versnelling. Lees het volledige rapport hier.

Duur van het project
Het project is afgelopen in februari 2015

 

Opdrachtgever
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken

 

DRIFT-team
Chris Roorda, Marieke Verhagen, Derk Loorbach, Frank van Steenbergen