(This article and report are in Dutch)
In opdracht van het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming wordt op verschillende plekken in het land een nieuwe manier van werken ontwikkeld en beproefd. In 2025 zijn er 10 gesubsidieerde proeftuinen actief. Om de volgende stappen in de ontwikkeling van het Toekomstscenario te informeren, is DRIFT gevraagd om het werken met de proeftuinen te evalueren vanuit transitiekundig perspectief.
Hoe heeft het werken met proeftuinen bijgedragen aan het Toekomstscenario? En welke suggesties kunnen worden gedaan voor het aanmoedigen van de gewenste transformatie? We keken specifiek naar de werking van de proeftuinen als experimenten richting systeemverandering, en dus niet naar de lokale effecten.
De evaluatie bestond uit gesprekken met onder andere de proeftuinen zelf, ervaringsdeskundigen, het programmateam, opdrachtgevers van de proeftuinen (MinJenV, MinVWS en VNG), partners en professionals. Dit hebben we aangevuld met een documentanalyse en een tweetal leersessies waarin we verder inzoomden op de historie van de proeftuinen (sessie 1) en op het deelgenoot maken van praktijkinzichten (sessie 2).
Het onderzoek resulteert in vier aanbevelingen:
- Gebruik een transitieperspectief om de opgave te duiden
Hoewel de proeftuinen hebben gewerkt om veranderenergie op gang te houden, lopen de nieuw ontwikkelde werkwijzen tegen de muur van de status quo. Die hardnekkigheid van de dominante cultuur, structuur en werkwijze maakte ook dat eerdere hervormingen in afgelopen decennia niet tot andere uitkomsten leidden. Er is een breder begrip van transitie en fundamentele verandering nodig om de aanwezige dynamiek te interpreteren en daar effectief op in te spelen.
- Verbreed de strategie naar sturing in transitie, waar naast opbouw ook om- en afbouw in voorkomt
Een transitiestrategie gaat niet alleen over het opbouwen van nieuwe praktijken, maar ook over het om- en afbouwen van datgene dat niet langer werkt. Door bestaande praktijken gericht om te vormen of af te bouwen, wordt het risico terug te schieten in dezelfde groef kleiner en ontstaat er ruimte voor het doorbreken en institutionaliseren van nieuwe praktijken.
- Richt leren in en met de praktijk in voor verbetering én voor het doorbreken van institutionele barrières
Om vanuit de proeftuinen voorbij het lokaal beproeven ook effectief bijdragen aan de transitie is het zaak te starten vanuit een scherpe analyse van barrières in het huidige regime. Wat staat werken vanuit de leidende principes in de weg? Daarnaast is de betrokkenheid van en vertaalslag naar strategisch niveau doorslaggevend. Opdrachtgevers en partners moeten deelgenoot worden van wat er in de regio’s geleerd wordt, om dit – samen met de praktijk – te kunnen vertalen naar effectief beleid voor de nieuwe praktijk.
- Ga gericht aan de slag met het vergroten van het transformatief vermogen in de departementen
Er werd een veelheid inzichten opgehaald, vertaald en verwerkt door het programmateam, maar daarmee werd er op die capaciteiten in de departementen geen beroep gedaan. In combinatie met de beperkte tijd die werd genomen om de inzichten te wegen, werden de inzichten uit de proeftuinen niet hanteerbaar voor beleid. Door meer in te zetten op actieve betrokkenheid van beleidsmakers – in het formuleren van barrières, het aanpakken hiervan en het wegen van de inzichten – kan de lerende aanpak die centraal stond in de proeftuinen ook verspreiden naar de departementen.
Lees ons rapport: Voorbij de verlenging – Lerende evaluatie proeftuinen – DRIFT