(This publication is in Dutch)
Deze publicatie bevat een kritische analyse van de Nederlandse energietransitie in de gebouwde omgeving. Lokale, duurzame spelers zien kansen, maar stuitten vooral op barrières. Tegelijkertijd lijkt de overheid voorrang te geven aan de grote spelers. En dat is slecht nieuws voor de klimaatdoelen, betoogt Matthijs Hisschemöller.
Drie actoren staan centraal in de Nederlandse energietransitie in de gebouwde omgeving: de burgers, al dan niet georganiseerd in lokale energie-initiatieven, de overheden op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau en de grote spelers in de energiewereld. Deze analyse zoomt in op het landelijke beleid, wet- en regelgeving ten aanzien van warmte (van het gas af) en elektriciteit.
Matthijs’ bevindingen zijn niet erg bemoedigend: er gaapt een kloof tussen woorden en daden van de overheid. Burgers moeten betrokken worden bij beleid, teneinde een draagvlak te verwerven voor het halen van de klimaatdoelen waaraan Nederland zich internationaal heeft gecommitteerd. In de praktijk worden burgerinitiatieven niet bijster serieus genomen en worden regelingen waarmee burgers zelf energie kunnen opwekken afgeschaft, wanneer zij blijken te werken.
De overheid geeft voorrang aan de grote spelers in de energiemarkt. Hiermee worden duurzame alternatieven van concurrentie uitgesloten, ingebracht door kleine spelers en burgerinitiatieven. Maar door zich te verlaten op de grote spelers in de energiemarkt dreigt Nederland ook de klimaatdoelen niet te gaan halen.
Een lichtpuntje is dat Europese richtlijnen aan overheden voorschrijven burgerinitiatieven serieus te nemen en te bevorderen dat duurzame energiegemeenschappen van burgers een volwaardige plek kunnen innemen in de energiemarkt. De Nederlandse lokale energiebeweging kan een meer volwaardige plek opeisen en hiermee ook de energietransitie en de aanpak van het klimaatprobleem versnellen.
Matthijs Hisschemöller: “Ik hoop dat deze studie ertoe bijdraagt dat we het politieke en maatschappelijke debat gaan voeren over de aspecten van het klimaatprobleem die nu alle aandacht verdienen maar die minder in het oog springen. Vanwege deze wens heb ik gekozen voor een taalgebruik dat hier en daar misschien wat prikkelender is dan wat de lezer gewend is van wetenschappelijke- of adviesrapporten.”
Alle verantwoordelijkheid voor de observaties, analyses en opinies in dit document ligt bij de auteur.
En hoe dan verder?
Ben je benieuwd naar hoe duurzame innovatoren de weerstand beschreven in deze publicatie, kunnen overwinnen? Meld je dan aan voor het netwerk rondom het innovatieve leertraject COIL – Samen leren voor de warmtetransitie. Zo luister, leer en denk je mee over hoe we duurzame lage-temperatuur-innovaties een eerlijke kans kunnen geven.