(this project description is in Dutch)
De coronacrisis heeft de digitalisering in het hoger onderwijs versneld. Hoe kunnen we daar grip op krijgen? En hoe kunnen we deze digitalisering inzetten voor de transitie die het hoger onderwijs moet doormaken? Deze vragen stonden aan de basis van de transitie-arena die DRIFT leidde samen met het Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT.
Versnelling in de arena
In 2021 faciliteerde DRIFT samen met het Versnellingsplan een transitie-aanpak om samen met friskijkers en dwarsdenkers uit het onderwijsveld tot nieuwe inzichten, transitieperspectief en -strategie te komen. Dit vond plaats in en rondom 4 uitgebreide arena-sessies.
De wetenschappelijke arena-aanpak brengt methoden als transitieanalyse, visievorming en backcasting samen met het identificeren van transitie-experimenten en het versterken van reeds ingezette acties. Dit proces heeft geleid tot de gezamenlijke transitievisie die u kunt nalezen in het document ‘Leren digitaliseren: Digitalisering als breekijzer voor de gewenste transitie in het hoger onderwijs.’ Hieronder vertellen we daar alvast iets meer over.
Het hoger onderwijs van de toekomst
In de transitie-arena ontstond het toekomstbeeld van hoger onderwijs met meer variatie dan het huidige systeem. Een hoger onderwijs waar docenten in teams samenwerken, waar geen spraken is van opklimmen of afglijden maar van in- en uitstromen. Waar je je leven lang binnen en buiten je thuisinstelling kunt leren. Waar de persistente problemen waar het hoger onderwijs nu mee te maken heeft – zoals werkdruk, studiestress en de groter wordende kloof tussen hoog- en laagopgeleiden – niet meer bestaan.
Transitieagenda
Maar om daar te komen is een proactieve transitiehouding nodig vanuit de instellingen, vanuit docenten en van de overheid. Een belangrijk onderdeel van die transitiehouding is het nemen van regie op digitalisering. Digitalisering biedt een kans om de persistente problemen in het hoger onderwijs op te lossen, zolang het doelgericht ingezet wordt. Dit vereist samenwerking tussen instellingen, het veranderen van bestaande beperkende institutionele kaders en het stimuleren van de nu nog kleinschalige initiatieven die de transitie versnellen.