Case

Worried over housing: research into housing initiatives for the young & homeless

 
The coronavirus crisis has exacerbated the sitation of the 10.000+ Dutch citizens aged 18 to 30 that have house nor home. In general, local government provides solutions that are temporary, health-care-oriented and not always easily accessible. For the ministry of Welfare, Health and sport, Karlijn Schipper – together with other DRIFTers and 14 municipalities – researched alternative ways of thinking, doing and organising: “We see that it’s possible: sustainable solutions, shared responsibility and housing first!” – these are her thoughts.
 
(Article continues in Dutch)
 
This report, commissioned by the ministry of Welfare, Health and sport, gives an impression of the situation in 14 pilot municipalities that aspire to end youth homelessness in their area by 2021.
 
Huisvesting: handelswaar of mensenrecht? Wereldwijd komt er steeds meer aandacht voor onrecht op het gebied van wonen en huisvesting. Tekort aan betaalbare woningen en lange wachtlijsten voor sociale huur maken het ook in Nederland voor steeds meer groepen lastig om betaalbare en gepaste huisvesting te vinden, zeker voor jongeren die kampen met een combinatie van problemen. Het CBS schat dat 12.600 jongeren van 18 tot 30 jaar in Nederland dak- of thuisloos waren.
 
Crisis op crisis
De coronacrisis heeft de discussie over het recht op adequate huisvesting opnieuw aangewakkerd. De maatregelen tegen de verspreiding van Covid-19 slaan onevenredig hard in bij dak- en thuislozen. “Housing has become the front-line defense against the coronavirus. Home has rarely been more of a life or death situation”, zei Leilani Farha, voormalig VN-rapporteur op het vlak van huisvesting.
 
Gedwongen thuisisolatie en anderhalve meter afstand bewaren is voor sommige groepen onveilig of gewoonweg geen optie. Hoewel sommigen gemeenten relatief snel reageerden door bijv. leegstaande hostels en zwembaden als crisisopvanglocatie te gebruiken, biedt het geen langetermijn-oplossing.
 
Het blijft maar tijdelijk
Als jongeren aankloppen bij de gemeente wordt als eerste stap vaak naar onderdak gezocht via het sociale netwerk van de jongere zelf. Van daaruit moet de jongere een zelfstandige woning zoeken, waarvoor allerlei (beleids)initiatieven bestaan die dit zoekproces bemiddelen of vergemakkelijken. Als het niet mogelijk is om onderdak te vinden in hun sociale netwerk, dan komen zij in een zorgtraject terecht, waarbij gezocht wordt naar een passende woon/zorg combinatie, met als uiteindelijk doel ook een zelfstandige woning. Vaak slapen jongeren dan eerst een tijdje in de noodopvang.
 

Betrokkenen zien tijdelijkheid van de omgang met jongeren als onduurzaam”

 
Noodopvang wordt door gemeenten gezien als noodzakelijk kwaad, want ouderwets of ongewenst. Zeker wanneer er geen aparte slaapruimtes zijn voor jongeren. Maar bij gebrek aan betaalbare en permanente woonplekken zijn, blijven jongeren vaak lang in de opvang hangen of gaan ze vaak van plek naar plek. Jongeren hebben vaak al schulden voordat ze in de opvang terecht komen, maar bouwen soms ook schuld op juist doordat ze zo lang blijven hangen.
 
Betrokkenen zien die tijdelijkheid juist als onduurzaam. Dak- en thuisloze jongeren worden constant geconfronteerd met nieuwe plekken– en nieuwe concepten, procedures, methodieken en begeleiders. Dit biedt hen weinig perspectief.
 
Een zorgoplossing voor een woonprobleem?
Daarnaast wordt de behoefte van jongeren aan een dak boven het hoofd vooral behandeld als zorgkwestie. Alhoewel een groot deel van de dak- en thuisloze jongere een geschiedenis heeft in de jeugdzorg, is het de vraag of we niet te snel een zorgoplossing zoeken voor wat een woonprobleem is. Deels kan je dit verklaren doordat het probleem belegd is bij het ministerie van VWS – waar ook het actieprogramma onderdeel van is (lees ook dit opiniestuk), maar toch was het opvallend te horen dat de afdelingen wonen of stadsontwikkeling in de gemeenten die we spraken lange tijd niet tot nauwelijks betrokken waren of zijn bij dit huisvestingsvraagstuk.
 

“Dit nauwe zorgperspectief gaat voorbij aan de oorzaak”

 
Los van de consequenties voor de levens van jongeren of voor de wachtlijsten in de zorg, is het de vraag of de huidige woon/zorg-tussenvormen en flexibele oplossingen daadwerkelijk transformatief van aard zijn. Dragen ze wel bij aan een fundamenteel andere manier van doen, denken en organiseren rondom wonen van jongeren op de lange termijn?
 
Dit nauwe zorgperspectief gaat voorbij aan de oorzaken van dak- en thuisloosheid; die niet alleen liggen bij de zorgbehoeften van jongeren of hoe de zorg georganiseerd is. Het beperkt ook de reeks aan mogelijke alternatieve denk- en oplossingsrichtingen en mogelijke samenwerkingspartners. Denk aan het aanspreken van bouwbedrijven, woningcorporaties, vastgoedinvesteerders, etc. vanuit de insteek van gezamenlijke verantwoordelijkheid.
 
Uit de interviews bleek dat gemeenten juist behoefte hebben aan samenwerking met creatieve en sociale ondernemers, want er is nood aan succesvolle sociale en duurzame businesscases. Ook de link met de schuldenproblematiek ligt voor de hand: waarom geen budget in plaats van een traditioneel bed?
 
Dergelijke initiatieven die buiten dat zorgkader georganiseerd zijn, zijn er wel. Zo wordt in gemeenten geëxperimenteerd met het omvormen van leegstaand vastgoed, en zien we initiatieven als Onder de pannen, Kamers met aandacht en Goeie buur, waarbij jongeren op zichzelf wonen of een kamer bij iemand huren, en ondersteuning kunnen krijgen van een buur of hospita. Toch zijn mensen bang waren gestraft te worden door de overheid, bijvoorbeeld om gekort te worden op de huurtoeslag. Zouden we mensen die bereid zijn ruimte te delen met een vreemde niet moeten belonen in plaats van te straffen? (lees ook dit essay).
 
Ook bestaan er gemengde woonhuizen waarin verschillende groepen jongeren of jongeren en ouderen met elkaar samenwonen (zoals bijv. Place2Byou in Utrecht) – vaak gestart door sociale ondernemers. Sommige initiatieven leggen juist de link met werken en leren. Denk aan het bekende voorbeeld Skills in de stad of Kamerraad.
 
En als laatste, ‘housing first’

Veel gemeenten vinden dit interessant” 

Tot slot wordt er in een aantal gemeenten geëxperimenteerd met “housing first”-initiatieven. Deze aanpak gaat uit van het recht op huisvesting, zodat dak- en thuisloze jongeren direct een zelfstandige woning aangeboden krijgen. De redenering is dat ‘een dak boven je hoofd’ een stabiele basis is om vanuit daar je leven op orde te krijgen. Dit is een benadering die ook door het ministerie wordt omarmd en het is daarom niet gek dat veel andere gemeenten dit een interessante denkrichting vinden.
 
Tijd voor meer dan alleen tijdelijk
Veel van dit soort initiatieven zijn kleinschalig of ingestoken als tijdelijk experiment of pilot, waarbij op basis van casuïstiek (tijdelijke) uitzonderingen worden gemaakt voor een kleine groep jongeren. Alleen dit staat haaks staat op de wens voor structurele aanpassingen waarmee een grote groep jongeren geholpen zijn en is problematisch omdat die tijdelijkheid juist onderdeel is van het probleem.
 
Op basis van evaluaties van die pilots en de praktijkervaring van de professionals weten we heel veel. Zoals welke wetten en regels in de weg staan (omtrent huurtoeslag, minimale eisen aan een woonruimte, zorgplicht, kostendelersnorm, participatiewet, DUO, leeftijd inschrijven Woonnet etc.) en wat interessante alternatieven zijn. Maar ondanks dat leidt dat niet tot structurele aanpassingen. De torenhoge ambitie van het ministerie om dak- en thuisloosheid met 100% terug te dringen, heeft nog bestuurlijk lef en institutionele ruimte nodig om waarheid te worden.
 
Lees hier het volledige rapport.
 
Duur van het project
Januari – maart 2020
 
In opdracht van
Het ministerie van VWS
 
DRIFT Team
Karlijn Schipper
Marieke Verhagen
Sarah Rach